Bonhoeffer in de gevangenis

Gepubliceerd op 4 april 2020 om 09:56

Dietrich op de binnenplaats in Tegel, samen met een bewaker en enkele medegevangenen.

foto: https://www.dietrich-bonhoeffer.net/bilder/

Zijn ouderlijk huis in Berlijn, waar hij gevangen werd genomen.

Dietrichs werkplek op zijn zolderkamer.

Deze kamer werd doorzocht door de Gestapo en is nog te bezoeken. 

 

 

Toen Dietrich de donkere, onbekende mannenstem aan de andere kant van de lijn hoorde, begreep hij meteen wat er aan de hand was. Snel legde hij de hoorn weer neer. Hij had geprobeerd om zijn zus Christine en haar man Hans von Dohnanyi te bellen. Dat er een onbekende man op nam, moest wel betekenen dat zijn zwager Hans was opgepakt en dat de Gestapo nu zijn huis aan het doorzoeken was. En dat betekende ook dat ze daarna naar hem zouden komen, om hem op te pakken….

 

Werkzaamheden voor de geheime dienst

Het was 5 april 1943. Sinds bijna drie jaar was Dietrich nu werkzaam voor de Deutsche Abwehr, de Duitse geheime dienst. Omdat hij zich als theoloog had verzet tegen het nationaal-socialistische regiem, tegen de Jodenvervolging en tegen de Duitse Kirche (die inmiddels door Nazi’s werd bestuurd), mocht hij niet meer werken als docent en had hij ook een spreekverbod gekregen. Via zijn zwager Hans, die een centrale rol speelde in de samenzweringen tegen Hitler, was hij bij de Abwehr terecht gekomen. Dietrich had in zijn jonge leven veel gereisd en had in meerdere landen gewoond en gewerkt. Daardoor had hij een schat aan buitenlandse contacten opgebouwd. Hij was in dienst gekomen bij de Abwehr, zogenaamd omdat hij zijn vele buitenlandse contacten kon gebruiken om te spioneren voor het Duitse regiem. Maar in het echt zat hij in het verzet tegen het Duitse regiem en gebruikte hij deze contacten om informatie door te spelen naar de geallieerden.

 

Geholpen om Joden te laten vluchten

Naast dat hij betrokken was bij de samenzwering tegen Hitler, waardoor recent twee (mislukte) aanslagpogingen op Hitler waren gedaan, had hij het afgelopen jaar ook geholpen om een groep van 14 Joden naar Zwitserland te smokkelen. De Joden zouden zogenaamd als agenten van de Abwehr in Zwitserland gaan spioneren. Bonhoeffer had een rol gespeeld bij het overtuigen van de Zwitsers om de Joden op te nemen, via zijn vriend theoloog Karl Barth. Aangezien deze Joden geen werkvergunning hadden in Zwitserland, moest er een flinke som geld naar Zwitserland worden gestuurd voor hun onderhoud. Dit was met name voor zwager Hans een ingewikkelde taak geweest.


En nu was de Gestapo blijkbaar ergens achter gekomen. Maar wat wisten ze?

 

Gevangen genomen

Dietrich ging snel naar zijn zolderkamer om te zorgen dat ze bij hem thuis niets zouden kunnen vinden. Hij verstopte zijn zelfgeschreven essay ‘Na tien jaar’ tussen de balken van het plafond boven zijn kast. In dit essay had hij beschreven hoe het kwaad Duitsland had veroverd en hoe het juist ook vanuit Christelijk perspectief noodzakelijk was om in te grijpen. Hij legde wat documenten die zijn onschuld moesten bewijzen op zijn bureau, samen met het manuscript ‘Ethiek’ waaraan hij aan het werk was. Zachtjes ging hij naar beneden, want zijn ouders deden een middagdutje en hij wilde hen niet wakker maken. Alle geheime papieren nam hij mee en verbrandde die achter in de tuin. Daarna ging hij naar zijn zus Ursula, die in het huis ernaast woonde. Zij maakte voor hem een heerlijke maaltijd.
Na de maaltijd kwam zijn vader hem halen, omdat de Gestapo was gekomen en hem graag wilde spreken. Ze doorzochten zijn kamer en namen Dietrich mee. Naar de militaire gevangenis in Berlijn-Tegel. Daar zou hij blijven tot 8 oktober 1944, waarna hij naar een andere gevangenis werd gebracht. Maar dat wist Dietrich nog niet. Hij hoopte en verwachtte dat hij snel weer vrij zou komen.

 

Later werd bekend dat men er achter was gekomen dat Bonhoeffer iets met de ontsnapping van de Joden te maken had gehad, via de financiële transactie naar Zwitserland. Maar men kon niet echt ontdekken hoe de vork in de steel zat. Zijn zwager Hans en zus Christine waren op dezelfde dag opgepakt om dezelfde reden. Christine werd na een maand weer vrijgelaten. Hans is, net als Dietrich, nooit meer thuisgekomen. Zijn essay 'Na tien jaar' heeft de oorlog overleefd onder de balken van het huis. 

 

In de gevangenis

In de gevangenis werd Dietrich in een kale, koude cel gestopt met een houten brits waarop een vieze, vette, stinkende deken lag. Voor Dietrich te vies om onder te slapen. Maar Bonhoeffer had geluk: zijn situatie verbeterde iets, toen men er achter kwam dat Paul von Hase zijn oom was. Von Hase was de militair commandant van Berlijn en hij stond boven de leiding van de gevangenis in Tegel. Daardoor ging het personeel hem beter behandelen en kreeg hij ook een betere cel. Nog steeds kaal en krap, maar minder vies en met een raampje erin. Zijn cel (cel 92) was zo'n 2 bij 3 meter, met daarin een houten brits, een tafel, stoel en een toiletemmer.

 

Regelmaat en discipline
Dietrich hield van discipline en dat hielp hem om de tijd in de gevangenis goed door te komen. Hij stond iedere dag om 6.00u op en ging dan oefeningen doen om lichamelijk fit te blijven. Vervolgens hield hij elke ochtend minstens 30 minuten stille tijd door na te denken over een Bijbelvers. Deze gewoonte had hij al 10 jaar en kon hij daarom makkelijk volhouden. Overdag liep hij ook altijd een paar uur rond in zijn cel, naast het halve uur ‘luchtpauze’ op de binnenplaats. Hij las veel in zijn Bijbel en in andere boeken, studeerde, werkte (schreef o.a. verder aan zijn boek Ethiek) en schreef veel brieven naar zijn ouders, verloofde, familieleden en vrienden.

 

Ongemakken
Het leven in de gevangenis was zwaar. Hij moest leren omgaan met de onzekerheid, stank, honger, kou, hitte, verhoren, vernedering, het isolement en alle andere ongemakken die de gevangenis bood. Ook had hij regelmatig lichamelijke klachten; gewrichtsklachten en infecties. Ondertussen vonden er veel luchtaanvallen op Berlijn plaats. De continue bombardementen in de omgeving bezorgden de gevangenen extra angst en onzekerheid: Werd hun familie geraakt? Zou de gevangenis geraakt worden?

 

Geestelijke nood verandert in rust

In het begin van zijn gevangenschap maakte Dietrich zich ernstig zorgen of hij de mishandelingen en verhoren in de gevangenis wel zou kunnen verdragen, zonder zijn vrienden te verraden. Hij overwoog zelfs of zelfmoord een optie was. Later ging hij het zien als een beproeving die hij moest ondergaan en kreeg hij er rust in. Hij gaf zich over aan God en aan alles wat over hem heen kwam. De gevangenisperiode overleefde hij door zijn vertrouwen op God en door het contact dat hij had met zijn geliefden.

 

Contacten met geliefden

Aanvankelijk mocht hij maar eens in de tien dagen een brief schrijven, later werd het eens per vier dagen. Iedere brief werd gecensureerd, dus hij kon niet echt schrijven wat hij wilde. Maar al snel ontstond er een vriendschap tussen Dietrich en een van de bewakers, die voor hem brieven en manuscripten de gevangenis uit smokkelde, zodat hij meer en eerlijker kon schrijven. Veel van zijn brieven zijn bewaard gebleven, omdat deze door de vrouwen van de familie werden begraven in de tuin. Deze zijn verwerkt in enkele boeken die later zijn uitgekomen ('Bruidsbrieven uit de cel', 'Verzet en overgave').
Na enige tijd was het ook mogelijk voor zijn familie, verloofde en beste vriend om hem af en toe te bezoeken. Die bezoeken waren meestal een verrassing voor Dietrich, zodat hij zich er niet op kon voorbereiden. Ook zat er altijd een bewaker bij en kon er niet gemakkelijk en vrijuit gepraat worden, waardoor het soms frustrerend was. Maar elk bezoek gaf hem nieuwe moed, energie en kracht, net zoals elke brief die hij ontving in de gevangenis. Hij bleef op de hoogte van wat er in de wereld en in zijn familie speelde, doordat zijn ouders ‘gecodeerde’ boeken naar hem opstuurden waar geheime boodschappen in verwerkt waren.

 

Zorg voor anderen
In deze moeilijke gevangenistijd, had hij niet alleen oog voor zijn eigen noden. Eigenlijk was hij vooral op anderen gericht. Hij was altijd al sociaal en hartelijk geweest en hield veel van andere mensen. In de gevangenis kreeg hij op den duur de gelegenheid om ook voor zijn medegevangen te zorgen als geestelijk verzorger. Medegevangene (en neef van zijn verloofde) von Schlabendorf schreef later: ‘Bonhoeffer was een rustige, zelfverzekerde man, een rots in de branding voor mensen die hem nodig hadden.’ Gevangenispredikant Harald Poelchau werkte met hem samen in de gevangenis. Hij schreef over hem: ‘Hij tobde veel, niet over zijn eigen lot, maar over zijn volk, dat zoveel schulden tegenover Joden en buitenlanders op zich laadde.’ 


Om zijn medegevangenen te troosten schreef hij meerdere 'gebeden voor gevangenen',

waaronder onderstaand gebed:

Om over na te denken:

 

Dietrich was een eerlijke en moedige man. Hij kon er niet tegen dat mensen onrecht werd aangedaan en ging daar tegenin. Zelfs met gevaar voor eigen leven. Hij had geprobeerd om goed te doen, door in verzet te komen tegen het kwaadaardige Duitse regiem. Dat was gedeeltelijk gelukt, maar uiteindelijk was dit wel de reden dat hij gevangen werd genomen en later ook werd gedood.

 

We leven op dit moment niet in een oorlogssituatie en de meesten van ons zitten ook niet  opgesloten in een gevangenis. Maar de huidige tijd wordt door veel mensen wel ervaren als een oorlogssituatie. Een oorlog tegen het Covid-19-virus dat over de hele wereld lijkt te regeren. 

Er zijn veel moedige mensen die proberen het virus de kop in te drukken, waarvan helaas wereldwijd al veel 'helden' en "frontstrijders' het met hun eigen leven hebben moeten bekopen. Zoals artsen en verpleegkundigen die, terwijl ze anderen hielpen, zelf zijn getroffen zijn door het virus en dit niet overleefd hebben. In Nederland en Duitsland gelukkig nog niet zoveel, maar wereldwijd wel. 

 

De coronacrisis heeft het normale leven op z’n kop gezet. Veel vrijheden zijn we ineens kwijt, er heerst angst en veel mensen voelen zich opgesloten in hun huizen.

Onze moderne huizen zijn qua luxe en comfort over het algemeen niet te vergelijken met de gevangenis waarin Dietrich verbleef. En daar mogen we dankbaar voor zijn en van genieten.

Dit is ook iets waar we best eens even bij stil mogen staan.... zo slecht hebben wij het eigenlijk niet in ons 'gevangenschap'....

 

Toch zijn er wel paralellen te trekken: 

We zoeken naar een nieuw ritme, zijn vrijheden kwijt, worstelen met angsten en ongemak, zoeken naar manieren om contact met onze geliefden te houden en veel mensen vragen zich af wat ze voor anderen kunnen betekenen op dit moment.

 

Hoe kan Bonhoeffer ons in deze tijd inspireren?

Kunnen we iets leren van hoe hij door deze moeizame periode, vol lijden en onzekerheid, heen kwam?

 

Bonhoeffer vond zijn rust en vrede in zijn vertrouwen op God en in de contacten met zijn geliefden. Waar haal jij je rust en vrede vandaan in moeilijke en onzekere tijden?

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.