De graven op de Olijfberg

De Joodse begraafplaats op de Olijfberg is de oudste en belangrijkste Joodse begraafplaats in de hele wereld.

De grote begraafplaats die meteen opvalt als je naar de Olijfberg kijkt, is ontstaan in de zestiende eeuw en is nog steeds in gebruik. Het is niet helemaal duidelijk hoeveel mensen hier begraven liggen, ergens tussen de 70.000 en 150.000.

Om hier begraven te worden, moet je tegenwoordig tussen de 22.500 en 30.000 dollar betalen. Er liggen veel belangrijke Joodse mensen uit het verleden begraven.

Algemene bijzonderheden met betrekking tot Joodse begraafplaatsen

Heilig

Joodse begraafplaatsen zijn voor de Joden heilige plaatsen. Net zoals een Synagoge een heilige plaats is voor hen. Mannen moeten hun hoofd bedekken. Het wordt als respectloos ervaren als mensen op een graf staan of lopen. Ook drinken, roken en eten op de begraafplaats is respectloos. Op Joodse feestdagen en tijdens de Sabbat zijn Joodse begraafplaatsen gesloten.

Niet ruimen

Joodse begraafplaatsen worden niet geruimd. Er geldt eeuwige grafrust, wachtend op de dag van de opstanding. Net als bij het christendom en bij de Islam geloven de Joden in de opstanding uit de dood, waarna de dag des oordeels volgt. Joodse graven zijn elders op de wereld meestal gericht in de richting van Jeruzalem . 

Onrein

Hoewel begraafplaatsen heilig zijn, is een lijk onrein. Zodat begraafplaatsen ook onrein zijn. In principe werden de Joodse begraafplaatsen daarom altijd buiten de stad geplaatst. 

Steentjes

Op veel Joodse gedenkplaatsen en bij joodse graven liggen kleine en grote steentjes. Deze worden door bezoekers achtergelaten, met name door Joden van Asjkenazische oorsprong. Het is een teken dat het graf of de gedenkplaats bezocht werd en dat men de doden heeft herdacht. Net zoals op andere begraafplaatsen bloemen worden achtergelaten. Alleen vergaan stenen niet, ze blijven eeuwig bestaan. Het achterlaten van een steentje bij een grafsteen geeft ook aan dat de bezoeker door wil gaan met de goede daden van de overleden persoon. Waarschijnlijk heeft het ‘steentje leggen’ te maken met de oudtestamentische tijd, toen de Joden nog nomaden waren en hun doden werden begraven onder een hoop stenen (de grond was vaak te rotsachtig om in te graven). De stenen beschermden de doden ook tegen roofdieren, zodat ze eeuwige grafrust konden hebben. Verder waren de Joden in die tijd gewend om stenen op te stapelen op plaatsen waar iets belangrijks gebeurde, als herinnering.

Snel begraven:

Joden worden zo snel mogelijk na overlijden begraven, het liefst op dezelfde dag nog. Hierachter zit de gedachte dat de ziel het lichaam pas na de begrafenis kan verlaten. In Nederland mag dit pas na 36 uur, in veel ander landen na 48 uur.  

Kohanim

Mensen met de naam Cohen (of afgeleiden daarvan zoals Kohen, Cahn, Caan, Cahen en Cohn) worden meestal langs het pad begraven. Cohen is Hebreeuws voor 'priester', het zouden afstammelingen zijn van de priester Aäron (de broer van Mozes). Priesters mogen niet in aanraking komen met onreine dingen en lijken zijn onrein. Ze mogen niet in dezelfde ruimte zijn als een lijk en ook niet boven of onder een lijk lopen. Daarom zijn er vaak Kohanim-paden bij Joodse begraafplaatsen. Als je hier de weg naar beneden volgt, dan is er halverwege aan de linkerkant ook een kohanim-pad. Onder de speciale Kohanim-paden zijn geen lijken begraven, zodat de familieleden het graf van de overledene toch kunnen bezoeken door alleen op de paden te blijven. Het graf van mensen met deze achternaam draagt vaak het symbool van twee zegenende handen.

Kohanim mogen ook niet in een rouwpaviloen komen waar een lijk ligt, of bijvoorbeeld in een vliegtuig zitten waarin een lijk wordt vervoerd. Er worden veel lijken vervoerd van overleden Joden die in Israël begraven willen worden, dus als je naar Israël vliegt met El Al is de kans groot dat er een lijk aan boord is. Ze mogen bijvoorbeeld ook niet  in een ziekenhuis komen waar nog een lijk wacht op vervoer naar een andere plaats. Dit geldt vooral voor bezoekers, als patiënt is het een minder groot probleem. El Al heeft in Israël een speciale aanvliegroute die niet over begraafplaatsen komt, omdat Kohanim zich niet boven lijken mogen begeven. Tegenwoordig zijn de El Al vliegtuigen en ook de Israëlische ziekenhuizen op een bepaalde manier gebouwd, waardoor de plek waar lijken verblijven duidelijk is afgescheiden van de omgeving, zodat de Kohanim hier wel gewoon terecht kunnen, al hangt het af van de vorm van hun geloof of ze dat genoeg vinden. 

 

Waarom wil(de) men zich laten begraven op de Olijfberg?

Al vanaf het ontstaan van Jeruzalem in de tijd van David (rond 1000 voor Christus) begroeven de mensen hun doden op de Olijfberg. Mensen werden in vroeger tijden altijd begraven buiten de stadsmuren. De Olijfberg was buiten de stadsmuur en vlakbij de plek waar de stad Jeruzalem ontstond (de huidige ‘City of David’). Aangezien de Olijfberg te steil was om huizen op te bouwen, was dit een geschikte plek om mensen te begraven. Ook op andere plekken buiten de stadsmuren werden mensen begraven, maar dat was wel minder gebruikelijk. Sommige geleerden denken dat dat ook komt omdat de wind in Jeruzalem meestal vanuit het westen komt (vanaf zee) en de stank van ontbinding niet te ruiken was in de stad als de doden werden begraven aan de oostkant van de stad.

 

Na de Babylonische ballingschap (na 538 voor Christus) wilden steeds meer mensen begraven worden op de Olijfberg. Tijdens de ballingschap en kort erna hadden de profeten Ezechiël (Ezechiël 43:1-5), en Zacharia (Zacharia 14:4) geprofeteerd over de komst van de Messias op de Olijfberg.

De profeet Joel (Joel 4:2) had al jaren daarvoor geprofeteerd dat het eindoordeel over alle mensen zal gaan plaatsvinden in het dal van Josafat, waarvan de meeste mensen denken dat hiermee het Kidrondal wordt bedoeld, het dal tussen de Olijfberg en de Tempelberg in Jeruzalem. Veel Joden wilden daarom begraven worden op de Olijfberg, zodat ze bij de eersten horen die worden opgewekt uit de dood als de Messias komt.

Zowel de Joden, Christenen en Moslims geloven in de opstanding uit de dood en het eindoordeel over alle mensen. En alle drie de groepen geloven dat het hier ergens gaat plaatsvinden. Daarom is er ook een Moslim begraafplaats aanwezig tussen de Olijfberg en het Tempelplein.

 

Het Kidrondal tussen de Olijfberg (met graven, links) en de Tempelberg/ Oude stad (rechts)

Begraven in Jeruzalem tijdens de periode van David tot Jezus:

Tijdens de eerste en tweede tempelperiode (tijd vanaf koning David/ Salomo tot de vernietiging van Jeruzalem in 70 na Christus), werden de Joden van Jeruzalem vooral begraven in grafgrotten verspreid over de berg.

Over het algemeen werden mensen dan in een uitgehouwen grafholte gelegd, waarvan de vloer iets afliep. Met de voeten laag en het hoofd hoog. Op deze manier liepen de lichaamssappen tijdens de ontbinding dan naar beneden weg. Na ongeveer een jaar, als alle weefsels verteerd waren, werden de botten verzameld in een ossearium (soort bottenkist) ter grootte van het langste bot van het lichaam (de femur/ het dijbeen).

De ossearia konden opgestapeld worden en het graf kon opnieuw worden gebruikt voor andere mensen.

 

Diverse voorbeelden hiervan zijn nog te zien op deze plekken:

 

Enkele rijke mensen lieten hun eigen persoonlijke graf uithakken in de rotsen tijdens deze periode. Hiervan zijn ook nog wat voorbeelden te zien in het Kidrondal.

 

Er is ook een graf boven op de Olijfberg waarvan men niet weet wie er in ligt. Het wordt toegeschreven aan drie verschillende vrouwen van drie verschillende religies… Het graf van Hulda, Pelagia of Rabi’a al- Adawiyya

 

Grafschade tijdens de Jordaanse periode

Tijdens de Jordaanse periode (1949-1967) kregen de Joden geen toestemming om hun doden hier te begraven of om de bestaande graven te onderhouden. Het Jordaanse leger vernielde een aanzienlijk deel van de begraafplaats. Ze gebruikten grafstenen om hun militaire kamp in de buurt te bouwen. De grafstenen werden gebruikt in vloeren van tenten en toiletten. Een ander deel van de grafstenen werden naar de Citadel van David gebracht, waar ze kapot werden geslagen en de kapotte delen werden gebruikt in de paden. Ook werden er door de Jordaniërs wegen aangelegd die dwars door de begraafplaats liepen, waardoor vele graven sneuvelden.

 

Na de zesdaagse oorlog

Na de zesdaagse oorlog in juni 1967 werd er een grote begrafenisceremonie gehouden voor de gesneuvelde en overleden burgers en soldaten van Jeruzalem die in de periode van 1949 tot 1967 waren omgekomen.

Tevens is er na de zesdaagse oorlog hard gewerkt om de begraafplaats weer te renoveren.

Terug naar 'de Olijfberg'