De Rotskoepel en de Al-Aqsa Moskee
Mohammed en de Islam
In 610 werd door de profeet Mohammed de Islam opgericht.
Mohammed werd rond 570 geboren in Mekka (in het huidige Saoedi Arabië). Mekka was een rijke handelsstad en een heilige stad, waar zo’n 360 heidense afgoden werden vereerd. Al deze afgoden werden vereerd in een groot zwart heiligdom: de Ka’aba.
De bevolking in Mekka was rijk en bezat veel slaven. Deze slaven werden vaak slecht behandeld en daarnaast waren er heidense gewoonten in de stad waar Mohammed van gruwde. Hij ging vaak naar een grot (Hira) waar hij een paar dagen afstand nam van zijn stam en ging bidden. Toen hij 40 jaar was, kwam de engel Gibriel of Djibriel (Gabriel) hem opzoeken in deze grot en vertelde Mohammed dat Allah (Arabische woord voor God) hem had uitgekozen als Zijn laatste profeet. Het was zijn taak om de oorspronkelijke monotheïstische religie in ere te herstellen. Hij geloofde dat hij de Joodse/ Bijbelse profeten opvolgde. Tot aan zijn dood kreeg hij veel openbaringen en die vormden uiteindelijk samen de Koran, het heilige boek van de Islam.
De inwoners van Mekka wilden in eerste instantie hun goden niet loslaten en zagen niets in het monotheïsme. In 622 vertrok Mohammed met enkele medegelovigen naar Yathrib (nu Medina) en startte daar de eerste moslimgemeente. Toen hij in 632 overleed, was het grootste deel van het Arabische schiereiland bekeerd tot de Islam.
De nachtreis van Mohammed
Rond het jaar 620 lag Mohammed te slapen voor de Ka’aba in Mekka. In zijn droom werd hij wakker gemaakt door de engel Djibriël (Gabriël) die hem meenam naar Jeruzalem op Buraq, een wit, vliegend paard. Ze landden op de Haram al-Sharif (de Tempelberg), waar Mohammed Buraq vastbond aan de muur die nu de Klaagmuur wordt genoemd. Djibriel nam hem mee naar de rots (waar nu de Rotskoepel is) en daar ontmoette Mohammed andere profeten, zoals Ibrahim (Abraham), Musa (Mozes) en Isa (Jezus). Nadat ze samen hadden gebeden, nam Djibriel Mohammed via een ladder mee naar de zeven hemelen van Allah. In de hemel kreeg hij van Allah de opdracht dat hij en zijn volgelingen 50x per dag moesten bidden, Mohammed onderhandelt hierover met God en uiteindelijk wordt het 5x per dag. Daarna gaat hij weer op Buraq terug naar Mekka.
Sommige moslims geloven dat de hemelvaart van Mohammed een visioen betrof, maar veel moslims geloven dat hij deze nachtreis echt gemaakt heeft. Een inkeping in de rots zou een achtergelaten voetafdruk van Mohammed zijn.
Jeruzalem in die tijd
In 614 veroverden de Perzen Jeruzalem, daarvoor heersten de christelijke Byzantijnen over de stad. De Perzen hadden de stad verwoest en de meeste kerken gesloopt, ook de kerken die op de Tempelberg waren gebouwd.
In 629 heroveren de Byzantijnse Romeinen de stad. Ze bouwen een kerk op de plek waar nu de Al-Aqsa moskee staat en laten de Tempelberg verder vervuilen met mest en vuil.
In 638 wordt Jeruzalem op een geweldloze manier veroverd door de Islamitische kalief Omar Ibn Al-Chattab. Daarna wordt de stad eeuwenlang bestuurd door moslims.
Jeruzalem voor de moslims van nu
Jeruzalem is voor de moslims de op twee na belangrijkste plek, na Mekka en Medina.
In de Al Aqsa Moskee staat geschreven dat de profeet Mohammed zei dat een gebed in Jeruzalem duizend keer zo sterk is als een gebed elders op de wereld. Daarnaast geloven veel moslims dat het eindoordeel over alle mensen hier bij de Al Aqsa zal plaatsvinden.
De Rotskoepel
Het -waarschijnlijk- meest bekende gebouw van Jeruzalem is de Rotskoepel op het Tempelplein (in Arabisch: Haram al Sharif). Al meer dan 1300 jaar is deze -nu gouden- koepel beeldbepalend in de skyline van de stad Jeruzalem. De Rotskoepel is geen moskee (zoals veel mensen denken), maar een Islamitische gedenkplaats. Er wordt wel regelmatig gebeden in het gebouw. De moslims geloven dat Mohammed tijdens zijn nachtreis vanaf deze onderliggende rots naar de hemel is gegaan.
In 685 kwam Kalief Abd al-Malik aan de macht. Hij voerde belangrijke hervormingen uit in de moslimwereld. Zo werd o.a. Arabisch de officiële regeringstaal, veranderde hij de munten/ het geld in het rijk en liet hij de beschadigde Ka’aba in Mekka herstellen, die sinds 630 gebruikt werd als moskee.
Tussen 688 en 692 liet hij de Rotskoepel bouwen, als herdenkingsplaats/ monument boven de rots op de Haram al Sharif (Tempelberg). Deze Rotskoepel is het oudste overgebleven Islamitische gebouw ter wereld en het was één van de eerste koepels die in de Islam werden gebouwd.
Mogelijk stond er al een kleine houten moskee op deze plek, voordat al-Malik begon met de bouw van de karakteristieke Rotskoepel. De vorm van het gebouw is gebaseerd op de Byzantijnse architectuur en daardoor heeft het gebouw veel gelijkenissen met de vroegchristelijke kerken, zoals met de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Het gebouw is achthoekig, met een doorsnede van 55m en de koepel is 30m hoog. De koepel is afgewerkt met bladgoud en heeft een doorsnede van ruim 20m. In de loop der eeuwen zijn er meerdere verbouwingen en restauraties uitgevoerd aan het gebouw.
In 1993 werd de koepel opnieuw bekleed met bladgoud, hiervoor is 80kg goud gebruikt. De Jordaanse koning Hussein heeft deze laatste renovatie betaald, die 8,25 miljoen dollar kostte.
Van binnen en van buiten is de Koepel van de Rots bedekt met mozaïek. Aan de buitenkant staan er ook Arabische teksten uit de Koran op. Daar staat onder andere geschreven dat Allah genadig en barmhartig is. Dat hij geen partner heeft en dat Mohammed zijn profeet is. Ook staat er dat Isa (Jezus) een gezant van Allah is en niet de zoon van Allah, en dat Allah één is en dus niet uit drie personen bestaat.
Deze tekst is geschreven tegen het christendom, waar men in de drie-eenheid en in de goddelijke natuur van Jezus gelooft.
De grot onder de rots
Half onder de rots is een kleine grot. Deze wordt de "Bron of Grot der Zielen" genoemd. Er is een middeleeuwse islamitische legende waarin wordt verteld dat op deze plek de geesten van de doden konden worden gehoord in afwachting van de Dag des Oordeels.
De grot is ongeveer 6x6m groot en 1,5-2m hoog. Er ligt gebedstapijt op de grond en er zijn vier gebedsnissen, één voor de profeet Dawud (koning David), één voor de profeet Suleiman (koning Salomo), één voor Khidr (Elia) en één voor de profeet Ibrahim (Abraham). .
De mehrab (gebedsnis) gewijd aan profeet Suleiman (koning Salomo) is één van de oudste mehrabs ter wereld en zou uit de 9e eeuw stammen of zelfs eerder. Deze geeft de gebedrichting naar Mekka aan.
De moslims geloven dat hier ergens het altaar van Ibrahim (Abraham) was, waar hij Ismael moest offeren, maar waarbij God uiteindelijk in een offerdier voorzag. De Joden en Christenen geloven dat Abraham gevraagd werd om zijn zoon Isaak te offeren, ook op deze plek. De Joden stammen af van Isaak, de Arabieren van Ismael.
De plaats van de vroegere Joodse Tempels?
De Rotskoepel staat waarschijnlijk op de plek waar vroeger de Joodse Tempel van Salomo en de Tweede Tempel stonden. Het Heilige der Heiligen zou dan over deze rots hebben gestaan en de Ark van het Verbond stond op de rots. De Joden geloven ook dat deze rots de ‘foundation stone’ is, waaruit God de aarde heeft gemaakt.
Het Islamitische gebouw staat daar nu dus al 1300 jaar: honderden jaren langer dan beide Tempels er ooit gestaan hebben.
De bouw van de eerste Tempel startte in 967 v. Chr. en hij werd verwoest door Nebukadnezar in 587 v. Chr. (380 jaar).
De bouw van de tweede Tempel startte in 536 v. Chr. en hij werd verwoest door de Romeinen in 70 na Chr. (606 jaar).
De Joodse Tempels hebben er dus in totaal 986 jaar gestaan.
De Al-Aqsa Moskee
Twintig jaar na de bouw van de Rotskoepel, in ca 711, bouwde de zoon van kalief Abd al-Malik, Kalief Al-Walid I, de Al-Aqsa moskee. Hij noemde de moskee ‘Al-masjid el-aqsa’, dit betekent ‘De verste moskee’. De naam ‘de verste moskee’ verwijst naar Soera 17:1 van de Koran, waarin de nachtreis van Mohammed wordt besproken.
Op de plek van de Al-Aqsa stond voor die tijd een kerk, de St. Maria kerk. Deze werd omgebouwd tot de huidige moskee. Het gebouw had de indeling van een Byzantijnse basiliek: een rij zuilen aan weerszijden van het rechthoekige middenruimte. Er werd een ui-vormige koepel toegevoegd om het gebouw de uitstraling van een moskee te geven.
De al-Aqsa moskee is de grootste moskee van Jeruzalem, met plaats voor ongeveer 5000 mensen. Het is de op twee na heiligste plaats voor de Islam, na de ‘Ka’aba in Mekka’ en de ‘Moskee van de Profeet in Medina’.
In het beginstadium van de Islam richtten de Moslims zich tijdens het gebed naar deze moskee. Later werd dit veranderd en ging men bidden richting Mekka. Er is een hadith (overlevering) die zegt dat de moskee door Jakob, de zoon van Isaak werd gebouwd.
Ook dit gebouw is in de loop der eeuwen regelmatig verbouwd en gerenoveerd. In 1938 schonk de Italiaanse fascistenleider Benito Mussolini een scheepslading marmer afkomstig uit Italië voor het herstel van de moskee. Het plafond werd opnieuw bekleed en de Byzantijnse bogen en stenen vloer werden vervangen door Italiaans marmer.
De stallen van Salomo/ moskee Marwani
Onder de moskee en onder het zuidoostelijke deel van de Haram al Sharif (het tempelplein) bevindt zich nog een grote islamitische gebedsruimte, door de moslims ook wel moskee Marwani genoemd. Toen Herodes de Grote de tempel bouwde, maakte hij eerst een groot platform om het terrein vlak te maken en om stevigheid te creëren. Aan de zuidkant maakte hij gewelfde ruimtes onder het plein, die met behulp van rotsblokken, stevige pilaren en bogen het geheel stevigheid gaven. De ruimte kon worden gebruikt voor opslag.
In de kruisvaarders tijd, werd deze ruimte gebruikt als paardenstalling en aangezien het vlakbij de voormalige tempel van Salomo was, noemde men het toen ‘de stallen van Salomo’. Het heeft verder niets met Salomo te maken. Na de Kruisvaarders periode lijkt de ruimte lange tijd niet te zijn gebruikt.
In 1996 werd hier een gebedsruimte van gemaakt, met plaats voor 7000 mensen. Er zijn meerdere ingangen naar deze ruimte, zowel vanuit de Al-Aqsa als vanaf het tempelplein. Er komt daglicht binnen via lichtgaten in het plafond en via ramen die zich aan de zuidkant in de stadsmuur bevinden.
In 1999 werden er renovaties uitgevoerd in het gebied van de stallen van Salomo. De overtollige grond werd illegaal in het verlengde van het nabije Kidrondal gedumpt. Door de moslims wordt het al eeuwenlang verboden om archeologisch onderzoek te doen op de Tempelberg, terwijl de Israëli’s dat wel graag willen doen. Daarom is men deze gedumpte grond zeer uitgebreid gaan onderzoeken. Ze zijn hier nog steeds niet meer klaar en iedereen die wil kan er (tegen betaling) aan meehelpen via het Temple Mount Sifting Project.
De zuidoostelijke buitenhoek van de Oude Stadsmuren, hierin zijn de ramen te zien van 'de stallen van Salomo'.
Op internet vond ik deze video die een goed beeld geeft van de ondergrondse ruimte
Haram al Sharif
Het hele terrein wordt in het Arabisch ‘Haram al Sharif’ genoemd, dit betekent ‘Het Nobele Heiligdom’ of ‘Het Edele Heiligdom’. Er zijn ook mensen die voor het gemak het hele terrein 'Al-Aqsa' noemen.
De gebouwen op de Haram al Sharif worden beheerd door de Jordaanse Islamitische Waqf. Het is een groot terrein en beslaat ongeveer een zesde deel van de Oude Stad van Jeruzalem.
Moslims zijn er altijd welkom en kunnen door veel verschillende poorten het gebied betreden (die worden bewaakt door de Israëli's), niet-moslims mogen op bepaalde tijden het gebied bezoeken en mogen alleen via de poort binnen komen waarvan de ingang naast de Klaagmuur is.
Voor moslims is het niet alleen een plek om te bidden en te bezinnen, maar ook om te ontspannen, bij te praten en gezellig rond te hangen. Zo zijn er een museum, een bibliotheek, meerdere gebedsruimtes, gedeeltes die zijn ingericht als park, pleinen, een medische dienst, een fontein voor rituele reiniging en vele andere gebouwen aanwezig die een speciale betekenis hebben voor de moslims. Er zijn ook graven aanwezig op het plein.
Kinderen spelen en voetballen er met elkaar, vrouwen handwerken er samen, het is echt een sociale plek voor de moslimgemeenschap. Op vrijdagmiddag, tijdens het belangrijkste middaggebed van de Islam, komen er duizenden moslimmannen naar het terrein toe voor gebed. Met name in de maand Ramadan is het hele plein dan gevuld met mensen die bidden.
Sinds 2000 zijn de gebouwen (Al-Aqsa, Rotskoepel, Stallen van Salomo etc) alleen toegankelijk voor moslims. Voor in Jeruzalem wonende buitenlandse diplomaten, artsen en wellicht ook voor andere groepen kan er wel een rondleiding worden aangevraagd.
Enkele van de meest opvallende plekken op het plein:
De Koepel van de Ketting:
Aan de oostkant van de Rotskoepel staat een klein koepelvormig gebouwtje dat bekend staat als de Koepel van de Ketting. Dit is zo genoemd omdat Salomo naar verluidt een ketting boven de plaats van het oordeel van zijn vader had gehangen waaruit een schakel zou vallen als iemand die voor het oordeel verscheen een valse eed zwoer.
De bogen:
In het midden van de Haram al Sharif is een verhoogd gedeelte. Daar staat de Rotskoepel op. Aan vier kanten kun je via een trap deze verhoging bereiken. Bovenaan deze trappen staan kolommen met bogen uit de Mammelukse periode. De moslims geloven dat deze bogen gebruikt worden bij het laatste oordeel. Aan de bogen zullen schalen worden gehangen die gebruikt worden om de zielen van mensen te wegen op de Dag des Oordeels.
De stadmuren:
De Haram al Sharif wordt aan twee kanten begrensd door de officiele stadsmuur van de Oude Stad van Jeruzalem. Tussen 1537 en 1541 herbouwde Sultan Suleiman de Grote de muren en poorten van Jeruzalem en die staan er nog steeds.
De Gouden poort
Er is één poort die vanuit de buitenkant van de Oude Stad direct uitkomt op het tempelplein, dat is de Gouden poort. Deze is al vele jaren dichtgemetseld. Alle poorten van de Oude Stad zijn een soort gebouwtjes met een binnenruimte erin, zo ook deze Gouden Poort. Vanaf het tempelplein kun je bij de binnen-ingang van de gouden poort komen. Het poortgebouw wordt gebruikt als gebedsruimte voor de moslims en is niet toegankelijk voor niet-moslims.
Aan de buitenkant van de Gouden poort bevindt zich een moslimbegraafplaats, waarbij er direct tegen de poort aan graven zijn gebouwd.
Spanningen
De Haram al Sharif is een klein gebied in Oost-Jeruzalem, maar het heeft een grote invloed op het conflict tussen Israël en de Palestijnen.
In 1948, toen de staat Israël begon, had Israël 85% van Jeruzalem veroverd. Het oostelijke deel, inclusief de Oude Stad en de Haram al Sharif, viel onder voogdij van het Hasjemitische Koninkrijk van Jordanië. Na de zesdaagse oorlog in 1967 annexeerde Israël Oost-Jeruzalem, inclusief het Al-Aqsagebied. Jordanië en Israël legden vast dat Jordanië het gebied zou blijven beheren en dat Israël de veiligheid aan de buitenkant van het gebied zou controleren.
Sindsdien ervaart de Palestijnse bevolking veel meer controle en is de Al-Aqsa een symbool geworden van het Palestijnse verzet. Palestijnen die vanuit de Westbank op vrijdag de Al-Aqsa willen bezoeken, lopen vast op veel Israëlische regels en beperkingen. Het is erg moeilijk voor hen om een vergunning te krijgen om de Westbank te verlaten en de Al-Aqsa te bezoeken en dit is een van de vele punten waardoor zij zich machteloos en afhankelijk voelen. Als ze wel een vergunning hebben gekregen, kan het goed zijn dat ze alsnog worden tegengehouden bij de checkpoints of bij de grenzen van Jeruzalem.
Tijdens de Islamitische vastenmaand Ramadan is de sfeer vaak bijzonder gespannen, wanneer de Israëlische autoriteiten regelmatig Palestijnse gelovigen verbieden om op de site te bidden, of wanneer leden van de Israëlische Knesset het plein bezoeken.
Daarnaast zijn er steeds meer spanningen op de tempelberg zelf. Regelmatig breken er rellen en onrusten uit als Israëlische militairen, kolonisten of Knessetleden het gebied op een (in de ogen van de Palestijnen) provocerende manier bezoeken. Men is bang dat de Israëli’s dit voor moslims (en joden) heilige gebied zullen afpakken van de moslims. Niet alleen de Palestijnse en Jordaanse moslims zijn daar bang voor, maar in de hele wereld wordt door moslims met afgrijzen gereageerd op het – in hun ogen- ontheiligen van deze voor hen heilige plaats.
Enkele belangrijke situaties die zich hier hebben voorgedaan of hiermee te maken hebben:
1951: op 20 juli werd de Jordaanse koning Abdullah I bij het verlaten van de moskee door een Palestijnse nationalist doodgeschoten.
1969: op 21 augustus werd er door de Australische christen Denis Michael Rohan brand gesticht in de moskee. De minbar (preekstoel) werd verwoest. Hij wilde de wederkomst van Jezus versnellen door de moskee te vernietigen. Hij werd in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen en later het land uitgezet. In 2007 werd een replica van de minbar in de moskee gezet.
2000: de toenmalige Israëlische oppositieleider Ariel Sharon bezocht tijdens zijn verkiezingscampagne de Tempelberg. Zo’n duizend veiligheidsagenten gingen met hem mee. Vanwege de provocatie die van dit bezoek uitging, braken er rellen uit. Dit werd het begin van de Tweede Intifada, die vijf jaar zou duren. Er kwamen ongeveer 3000 Palestijnen en 1000 Israëli’s om in deze periode. Sinds dit omstreden bezoek zijn de gebouwen alleen nog toegankelijk voor moslims.
2014: Yehuda Glick, een rechtse rabbijn, die protesteerde tegen het feit dat er alleen moslims gebruik mochten maken van de tempelberg, werd in het najaar van 2014 aangevallen door een Arabische terrorist en in zijn borst geschoten. Als reactie hierop sloten de Israëlische autoriteiten voor het eerst sinds 1967 de toegang tot Al-Aqsa af.
De naam van een coalitie van Palestijnse milities op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook verwijst naar de beroemde moskee in Jeruzalem: Al-Aqsa Martelarenbrigade.
2023: De huidige oorlog in en rond Gaza die op 7 oktober 2023 begon door de aanvallen op Israëli’s door Hamas, kreeg van Hamas de naam ‘Al-Aqsa Storm’.