Op de foto:

Rechts de Palestijnse wijk Silwan,

Links de oude stad met de Tempelberg/ Al Aqsa Moskee,

In het midden, boven, de Joodse begraafplaats op de Olijfberg met erboven de toren van de Russisch-Orthodoxe Hemelvaartskerk.

In het midden, onder, de 'City of David', de plek waar Jeruzalem begon en David zijn stad opbouwde..

De graven in de wijk Silwan/ Siloam

 

De Palestijnse wijk Silwan (in het Hebreeuws Shiloah/ Siloam) is gebouwd op het lage, zuidelijke deel van de Olijfberg.

Dit deel van de Olijfberg wordt ook wel de ‘Berg der ergernis’ genoemd, omdat de buitenlandse/ heidense vrouwen van koning Salomo hier tempels en altaren voor hun afgoden mochten bouwen, zodat ze hen konden vereren en aanbidden. (1 Koningen 11: 7)  God werd hier woedend over en als gevolg daarvan werd het koninkrijk van Israël in de volgende generatie verscheurd.

 

Dit gedeelte van de Olijfberg ligt het dichtst bij de plek waar de oorspronkelijke stad Jeruzalem was, voordat het in de loop van de eeuwen flink is uitgebreid. Daarom werd hier begonnen met het begraven op de Olijfberg.

De wat zachtere rotssoort maakte het hier ook goed mogelijk om graven/ grotten uit te graven voor de overledenen.

 

In/ onder Silwan ligt een uitgebreid netwerk aan Joodse graven: de Silwan Necropolis genaamd.

Sommige van de graven hier zijn zeer oud en gaan terug tot de negende eeuw voor Christus. Men gaat ervan uit dat de hoogste functionarissen van het koninkrijk van Juda hier begraven werden. De inscripties van de graftombes zijn in het Hebreeuws.

De hele necropolis van Silwan bevat 50-60 graven die in de rotsen zijn uitgehouwen. De meeste graven in Silwan zijn in zeer slechte staat. In de vijfde en zesde eeuw werd een deel ervan bewoond door monniken, waarbij ze de graven hebben veranderd. De meeste schade hebben de Arabische bewoners van Silwan in de loop der jaren aangericht aan de graven. De graven werden (en worden) vaak gebruikt als woonruimte, als verblijfplaats voor dieren of als opslagplaats voor rommel.

De graven in Silwan zijn dan ook niet te bezoeken voor toeristen. Sowieso kun je de wijk Silwan beter mijden, omdat er vaak onrusten en rellen plaatsvinden en de bewoners niet zitten te wachten op bezoekers. Een uitzondering vormt het deel tussen het Kidrondal en het museum in de City of David. Hier kun je wel rondlopen en je kunt vanaf een afstand de gaten van de graven onder de huizen aan de rand van de wijk zien.

 

De ‘Silwan necropolis’ is archeologisch van grote betekenis. De manier van begraven verschilt van andere graven in Israël en de Palestijnse gebieden.

 

Onder de huizen kun je de openingen van enkele van de oude graven zien in de rotswand.

De graven in Silwan zijn er in drie verschillende vormen:

Uitgehouwen in de rots van de berg, wijzend in de richting van Jeruzalem

Graven met vlakke plafonds en 1,2 of 3 kamers. Deze graven lijken op hoge luiken of kleine ramen, meestal met een vierkante ingang. Meestal waren de in de rots uitgehouwen graven klein en bestemd voor maar een of een paar mensen (zie de foto's hier boven).

Graven met enorme puntdaken/ zadeldaken

Zeven van de tombes hebben plafonds met puntgevels en zeer fijn steenwerk. Het zijn geen uitgebreide familiegraven, maar bestemd voor 1 of twee lichamen. Slechts één van de zeven tombes heeft plaats voor drie lichamen.

Monolithisch

Hiervan zijn er slechts drie graven. Deze graven bestaan in z’n geheel uit één steen. Ze zijn uitgehouwen uit een rotswand om zo een vrijstaand gebouw te creëren bovenop ondergrondse grafkamers. Op deze drie tombes zijn Hebreeuwse inscripties gevonden.  

Het graf van de dochter van de Farao

Het beroemdste monolithische graf hier, is het ‘graf van de dochter van de Farao’. Het is uitgebouwen uit de rots en ligt aan drie kanten vrij. Bovenin bevindt zich een (moeilijk te bereiken) uitgehouwen kamer. Het is de enige van de drie vrijstaande tombes waarbij de bovenkamer bewaard is gebleven. Bij de ingang van het graf stond vroeger een inscriptie, maar die werd bijna helemaal vernield toen de ingang werd vergroot door monniken in de Byzantijnse tijd. Dit graf is zo genoemd omdat Salomo hier op dit deel van de Olijfberg waarschijnlijk een tempel voor zijn Egyptische vrouw had gebouwd. (1 Koningen 3:1, 1 Koningen 11: 7-8) 

Het graf is ontworpen op de manier van ‘het graf van Zacharia’ : een uit de rotsen gehakte kubus met daar bovenop een piramidevormig dak. Het dak is alleen inmiddels verdwenen. Dit monument dateert uit de 8e eeuw voor Christus.

…. begrafenis van Z….

Onder de binnenplaats van een huis werd een graf gevonden dat gebruikt werd als waterreservoir. Het heeft ‘het mooiste en meest delicate steenverband in de necropolis van Silwan…’. Een klein deel van de inscriptie overleefde maar, daarop staat:

‘… begrafenis van Z… Degene die dit graf opende…’ de rest is onleesbaar.

Het graf van de Koninklijke Steward

Een ander monolithisch graf wordt ‘het graf van de Koninklijke Steward’ genoemd. Dit graf maakt nu deel uit van een nieuw huis dat erop is gebouwd. Op dit graf stond een oude inscriptie met

‘…yahu die over het huis is. Er is hier geen zilver en geen goud, maar zijn gebeente en het gebeente van zijn slavin bij hem. Vervloekt is de man die dit zal openen.’

Men denkt nu dat dit het graf was van Shebna, de rentmeester en schatbewaarder van de Judeese koning Hizkia, die naar de Assyriers werd gestuurd in 701 v. Chr om vrede te sluiten (2 Koningen 18:18, Jesaja 36:3, Jesaja 22: 15-25). Men denkt dat je Shebna in die tijd zowel met als zonder de uitgang ‘yahu’ kon schrijven. Dus Shebnayahu zou een variant van Shebna zijn. In Jesaja 22:16 wordt Shebna verweten dat hij een graf heeft uit laten graven in een rots.

Deze inscriptie is na ontdekken naar Engeland gestuurd en is nu te vinden in het British Museum.

De wijk Silwan, met direct eraan grenzend de Joodse begraafplaats op de Olijfberg en het Kidrondal.