De Tabernakel

De Tabernakel heeft nooit op de Tempelberg gestaan, maar omdat de Tempel van Salomo wel een vervolg was op de Tabernakel en deze ook naar het ontwerp van de Tabernakel is gebouwd, volgt hier eerst een korte beschrijving van de Tabernakel. 

 

Nadat de nakomelingen van Jakob, het volk Israël, rond de 14e eeuw v. Chr. onder leiding van Mozes uit Egypte waren vertrokken, kreeg Mozes van God bij de berg Sinaï uitgebreide instructies voor de bouw van ‘de Tabernakel’. ‘De Tabernakel’ zou het heiligdom/ huis van God worden, een heiligdom dat verplaatst en vervoerd kon worden tijdens de woestijnperiode. God woonde zo in het midden van Zijn volk. Als de tabernakel stond opgesteld, stonden de tenten van het volk Israël, geordend per stam, hier omheen. Het belangrijkste voorwerp uit de tabernakel was de ‘Ark van het Verbond’. Deze was het symbool voor Gods aanwezigheid. De Ark stond in het ‘Allerheiligste’ van de tabernakel en bevatte een aantal heilige voorwerpen: de stenen tafelen met de 10 geboden, een gouden kruik met manna en later ook de staf van Aaron.

 

God wijst één man aan, die hij uitzonderlijke talenten geeft om alle gouden, zilveren, bronzen en koperen voorwerpen te maken die nodig zijn voor de Tabernakel. Daarnaast is hij ook kundig in hout- en steenbewerking. Deze man is Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. Daarnaast stelde God Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, aan als zijn medewerker (Exodus 31: 1-6). De benodigde materialen voor de bouw van de Tabernakel en voor het maken van alle bijbehorende voorwerpen, werden door het volk geschonken/ ingezameld en in het tweede jaar na de uittocht uit Egypte kon de Tabernakel worden ingewijd.  

 

Toen de Tabernakel klaar was en de inwijdingsceremonie plaats vond, ‘werd de ontmoetingstent overdekt door een wolk en werd de tabernakel gevuld door de majesteit van de HEER. Mozes kon de ontmoetingstent niet meer binnengaan, want de wolk rustte daarop en de majesteit van de HEER vulde de tabernakel. Zolang hun tocht duurde, trokken de Israëlieten pas verder wanneer de wolk zich van de tabernakel verhief. Wanneer de wolk niet opsteeg, trokken ze niet verder; ze wachtten tot de wolk weer opsteeg. Zolang hun tocht duurde, rustte overdag de wolk van de HEER op de tabernakel, ’s nachts verscheen er een vuur in, dat voor alle Israëlieten zichtbaar was’. (Exodus 40: 34- 38)

De Tabernakel en de Ark blijven niet bij elkaar

Nadat het volk zich in Kanaän heeft gevestigd, werd de tabernakel in Silo opgesteld. (Joz. 18:1)

In de eerste jaren van Samuël, staan de Tabernakel en de Ark nog allebei in Silo.

 

De Ark

Op een gegeven moment werd de Ark uit de tabernakel gehaald – door Chofni en Pinechas, de zonen van priester Eli -, omdat men dacht dat de Ark zou helpen om de Filistijnen te overwinnen. Dat bleek niet te helpen en de Ark werd door de Filistijnen in beslag genomen als overwinningstroffee. Maar de Ark bracht de Filistijnen veel ongeluk, waardoor zij de Ark terugstuurden naar het volk Israël. Na een aantal omzwervingen kwam de Ark terecht in het huis van Abinadab, in Kirjat-Yearim (1 Sam. 4-7), waar de Ark tientallen jaren bleef staan.

Toen David Jeruzalem had overwonnen en tot zijn hoofdstad had gemaakt, wilde hij de Ark naar Jeruzalem halen (2 Sam. 6). De Ark werd opgehaald en op een nieuwe wagen gezet met daarvoor een paar ossen, maar deze manier van vervoer is niet naar Gods wil: de Ark mocht namelijk niet op een wagen worden geladen, maar moest gedragen worden door dragers. De Ark viel onderweg bijna van de wagen en Uzza, de zoon van Abinadab, probeerde de Ark te beschermen. Hij stierf onmiddellijk toen hij de Ark aanraakte. Men werd toen zo bang, dat ze de Ark niet verder durfden te vervoeren. De Ark kwam tijdelijk in het huis van ene Obed-Edom terecht en werd na drie maanden alsnog door dragers opgehaald en naar Jeruzalem gebracht, waar deze in een nieuwe tent werd neergezet.

 

De Tabernakel

Over wat er gebeurd is met de Tabernakel, is niet veel bekend. In 1 Samuel 21:6 lezen we dat de Tabernakel in Nob staat, waar David en zijn mannen toonbroden te eten krijgen. Later staat de Tabernakel in Gibeon, waar Salomo God een groot offer brengt met wel 1000 dieren. Daarna verschijnt God in Gibeon in een droom aan Salomo en vraagt Hij wat hij wil hebben. Salomo vraagt om wijsheid en wordt de wijste man ooit. (2 Kron. 1: 3- 6, 13).

Toen David de Ark naar Jeruzalem haalde, liet hij de Tabernakel in Gibeon staan.

David wilde graag een echt huis bouwen voor God en voor de Ark, maar dat liet God niet toe, omdat hij veel oorlog had gevoerd en dus 'bloed aan zijn handen had'. Hij mocht al wel de bouwplannen maken voor de tempel en materialen verzamelen. De locatie stond al vast: dat zou op de berg Moria zijn. Davids zoon Salomo zou dan vervolgens wel een tempel mogen bouwen tijdens zijn koningschap. 

 

Hieronder: Twee video's met uitleg over de Tabernakel