De Tempel van Salomo  (de eerste Tempel)

De tempel van Salomo werd gebouwd naar het ontwerp van ‘de Tabernakel’, maar dan groter en luxer.

Hier kun je lezen  wat ‘de Tabernakel’ precies was en hoe deze eruit zag en wat  er aan de bouw van de tempel van Salomo vooraf is gegaan.

 

Salomo bouwt de Tempel

Davids zoon Salomo werd koning rond 971 v. Chr. en regeerde tot ongeveer 930 v. Chr.

In het vierde jaar van zijn regering begon hij met de bouw van de Tempel (2 Kron. 3:3), rond het jaar 967 v. Christus.

De bouw duurde 7 jaar. De tempel werd gebouwd naar hetzelfde model als de Tabernakel, maar dan groter.

 

Salomo vroeg de bevriende Koning Chiram van Tyrus om hem te helpen met het verzamelen van de benodigde materialen. Koning Chiram leverde Salomo zo veel ceders en cipressen als hij maar wilde, die hij vanuit de Libanon naar Israël liet vervoeren. In ruil daarvoor leverde Salomo aan Chiram elk jaar twintigduizend ezelslasten tarwe en twintig ezelslasten zuivere olijfolie voor het levensonderhoud van zijn hof.

 

Salomo wilde dat de tempel snel klaar zou zijn, daarom schakelde hij heel veel werklieden in: 30.000 mensen liet hij in ploegen werken van 10.000. Een maand werkten ze in Libanon en twee maanden thuis. Verder gingen er 70.000 sjouwers en 80.000 steenhouwers aan het werk en 3300 opzichters die toezicht hielden.

De bouwlieden maakten de balken en stenen pasklaar voor de bouw van de tempel. Bij de bouw van de tempel werden alleen stenen en balken gebruikt die vooraf al helemaal waren afgewerkt; in de tempel zelf was tijdens de bouw geen enkel geluid van hamers, houwelen of andere ijzeren gereedschappen te horen.

Toen de stenen/ houten constructie van de tempel klaar was, werd deze door vaklieden uitgebreid versierd met mooi houtsnijwerk en verguld met goud.

Net als bij de bouw van de Tabernakel, werd er een vakman aangetrokken die gespecialiseerd was in het maken van bronzen en koperen voorwerpen. Deze vakman heette ook Chiram en kwam ook uit Tyrus, maar hij was niet de koning, maar de zoon van een weduwe uit de stam Naftali. Zijn vader kwam uit Tyrus, waar hij bronsgieter was geweest. Chiram trad bij Salomo in dienst en maakte al het brons- en koperwerk dat de koning hem opdroeg. (1 Kon. 7: 13 -14)

 

Na zeven jaar was de tempel klaar en vond de inwijdingsceremonie plaats. Net als bij de inwijding van de tabernakel, werd ook de tempel tijdens de inwijding gevuld met een wolk, als teken dat God de tempel aanvaardde en er aanwezig was met Zijn heerlijkheid. (2 Kron. 5: 14)

 

Na de inwijding spreekt God voor de tweede keer tegen Salomo (de eerste keer was bij de tabernakel in Gibeon, waar Salomo om wijsheid vroeg, (2 Kron. 1: 3- 6, 13)).

God sprak tegen Salomo: (1 Koningen 9:3-9)

‘Ik heb het smeekgebed dat je tot Mij gericht hebt gehoord. Ik heb de tempel die je gebouwd hebt tot heilige plaats gemaakt, om er voor altijd Mijn naam te laten wonen. Niets van wat daar gebeurt zal Me ontgaan; Ik zal alles ter harte nemen. En wat jezelf betreft, als jij Mij met heel je hart oprecht toegewijd blijft, zoals je vader David dat was, als je alles doet wat Ik je opdraag en je altijd houdt aan Mijn bepalingen en rechtsregels, zal ik ervoor zorgen dat jouw troon in Israël nooit wankelt, zoals ik je vader David heb beloofd toen Ik hem zei dat er altijd een van zijn nakomelingen op de troon van Israël zou zitten. Maar mochten jullie of je nakomelingen je van Mij afwenden en je niet houden aan de geboden en bepalingen die Ik jullie heb opgelegd, en in plaats daarvan andere goden gaan vereren, dan zal Ik de Israëlieten verdrijven van het grondgebied dat Ik hun gegeven heb en wil Ik niets meer weten van deze tempel, die ik voor Mijn naam heb geheiligd. Israël zal dan bij alle volken het mikpunt worden van hoon en spot, en van deze tempel zal alleen een puinhoop overblijven, zodat ieder die er voorbijkomt zal huiveren en sissen van afschuw. En wie zich afvraagt waarom de HEER zo tegen dit land en deze tempel is opgetreden, zal als antwoord krijgen: “Omdat ze zich hebben afgewend van de HEER, hun God, die hun voorouders uit Egypte heeft geleid, en zich aan andere goden hebben vastgeklampt. Ze zijn andere goden gaan vereren, en daarom heeft de HEER hun al deze rampspoed bezorgd.”’

 

De meest opvallende verschillen tussen de Tabernakel en de Tempel van Salomo op een rij:

 

Hieronder enkele video's met meer uitleg over de Tempel van Salomo:

Salomo's vrederijk

Tijdens de regering van Salomo is er vrede in Jeruzalem en in Israël. De Israëlieten namen tijdens zijn koningschap flink in aantal toe en Salomo breidde het rijk uit in het westen en tot aan de Eufraat in het oosten.

Een van de hoofdredenen waarom hij de vrede kon bewaren, was wel wat dubieus. Salomo had 700 vrouwen en 300 bijvrouwen. Meerdere van zijn vrouwen waren prinsessen uit de omliggende rijken (Egypte, Moab, Ammon, Edam en Sidon): op deze manier sloot hij verbonden met de omliggende volken en kon hij de vrede bewaren.

Al was Salomo zeer wijs en werd hij door God gezegend, hij liet zich uiteindelijk wel verleiden om ook de afgoden van zijn vrouwen te aanbidden. Dit werd door God bestraft, waardoor zijn rijk na zijn dood in tweeën werd gesplitst: Juda in het zuiden en Israël in het noorden.

De Tempel na Salomo

Na Salomo volgden er nog vele koningen die soms goed met de Tempel omgingen (en de Tempel bijvoorbeeld herstelden na eerdere plunderingen of schade) en soms ook heel slecht met de tempel omgingen (ze verkochten tempelschatten, of verontreinigden of plunderden de Tempel). De Tempel van Salomo is iets minder dan 400 jaar in gebruik geweest. 

In 597 v. Chr. overwon koning Nebukadnezar II van Babylon de stad Jeruzalem. Hij plunderde de stad en de Tempel en nam een groot deel van de Tempelschatten, samen met koning Jojachim, zijn hofhouding en andere belangrijke inwoners van de stad mee naar Babel. In 587 v. Chr. kwam Nebukadnezar terug en verwoestte de stad en de Tempel, waarna hij het grootste deel van de bevolking meenam naar Babylon.

 

Waar is de Ark gebleven?

De Ark van het Verbond ging niet mee naar Babylon en sindsdien is onbekend waar deze is gebleven.

Er is wel veel over gespeculeerd waar de Ark, het meest kostbare bezit van het volk, is gebleven.

De genoemde opties zijn:

  • De Ark is samen met de Tempel verbrand.
  • De Ark is toch meegenomen naar Babel en niet mee teruggekomen na de ballingschap.
  • De Ark is ergens verstopt, hierover gaan diverse theorieën rond:
    • Jeremia zou de Ark hebben verstopt in een grot op de berg Nebo (2 Makk. 2: 4-6)
    • Hij zou gevonden zijn op de plek waar Jezus is gekruisigd en nu houden de Joden hem verborgen.
    • Hij is naar Jericho gebracht.
    • De Ark zou verstopt zijn in een ruimte onder de Tempelberg en zal eens worden teruggevonden.

 

Er was dus geen Ark meer in de tweede Tempel (die van Zerubbabel/ Herodes), ook wordt de Ark niet genoemd in het visioen van Ezechiël over de toekomstige Tempel.

 

Er zijn twee teksten waarin de Ark nog wordt genoemd:

In Jeremia 3: 14-18 spreekt Jeremia een profetie uit over een tijd dat de Ark er niet zal zijn en ook niet gemist zal worden. Dit lijkt over de tijd dat Jezus terug komt te gaan.

'Kom terug, ontrouwe kinderen – spreekt de HEER –, want jullie behoren Mij toe. Ik zal jullie meenemen, uit elke stad één, uit elke familie twee, en jullie naar Sion brengen. Ik zal jullie herders naar mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht weiden. En als jullie in die tijd in aantal toenemen en dit land weer zullen bevolken – spreekt de HEER –, zal niemand meer over de Ark van het Verbond met de HEER spreken. Die komt in niemands gedachten op, hij wordt niet meer genoemd of gemist, en wordt niet opnieuw gemaakt. In die tijd zal men Jeruzalem Troon van de HEER noemen. Alle volken zullen er samenstromen, ze zullen op de naam van de HEER afkomen en zich niet meer laten leiden door hun koppig en boosaardig hart. In die tijd zal Juda zich bij Israël voegen, en samen zullen ze uit het noorden naar dit land komen, dat Ik hun voorouders in bezit heb gegeven'.

 

Ook wordt de Ark genoemd in het deuterocanonieke boek 2 Makkabeeën: 

'In datzelfde geschrift is te lezen hoe de profeet (Jeremia) na een goddelijke ingeving opdracht gaf om de Tent en de Ark achter hem aan te dragen en hoe hij de berg op ging waar Mozes Gods land had zien liggen (de Nebo). Daar aangekomen ontdekte hij een grot. Hij liet de Tent, de Ark en het Reukofferaltaar naar binnen brengen en sloot de toegang af.'  2 Makkabeeën 2: 4-6

 

Archeologie

Er is tot op heden geen archeologisch bewijs gevonden van de Tempel van Salomo. Doordat de stad meerdere keren is verwoest liggen de resten van de diverse perioden in vele lagen op elkaar. De moslims, die sinds meer dan 1000 jaar de regie voeren over de Tempelberg, verbieden archeologische opgravingen op deze plaats.