De Tempel van Herodes
De tempel van Herodes gezien vanuit het zuid-westen (waar nu de klaagmuur is). Bron
De tempel van Herodes gezien vanuit het zuid-oosten (vanaf de Olijfberg) Bron
Overzicht van de besproken onderwerpen op deze pagina:
Wie was Herodes de Grote?
Een Idumeeër
Herodes was een Idumeeër en kwam dus uit Idumea. Idumea was het gebied ten zuiden van Judea. Hier woonden de Edomieten (afstammelingen van Esau) vanaf de 7e eeuw v. Chr. Ze hadden in 586 v. Chr. Nebukadnezar geholpen bij de verovering van Jeruzalem en kregen van hem als beloning het gebied ten zuiden van de Dode Zee toegewezen.
In 129 v. Chr. werd Idumea bij Judea getrokken door de Hasmoneeën, de koninklijke/priester familie die Judea regeerde. Zij dwongen de Idumeeërs om zich te bekeren tot het Joodse geloof en om zich te laten besnijden. Zodoende waren de Idumeeërs wel Joods, maar hadden ze geen Joodse wortels en hoorden ze volgens veel mensen niet echt bij het Joodse volk. Herodes was dus een Jood uit Idumea.
In de tijd van Herodes woonden er ook Joden, Feniciërs en Nabateeërs in Idumea. Het Idumea uit de tijd van Herodes, was maar een klein gebied in vergelijking met het oorspronkelijke Edomitische rijk. Maar het had een zeer strategische ligging: de belangrijke Oost-West route tussen het rijk van de Nabateeërs (met Petra als hoofdstad) en de havensteden Gaza, Askelon en Asdod liep door het gebied, net zoals de belangrijke handelsroute tussen Noord (Syrie) en Zuid (Egypte). De belangrijkste steden in het Idumea uit deze periode waren Hebron, Marisa, Adora en Betabris.
Idumea in de Bijbel
In de deuterocanonieke boeken van de Makkabeeën wordt Idumea een aantal keer genoemd, hierin wordt de tijd van de Hasmoneeën beschreven.
In het Nieuwe Testament schrijft Marcus dat mensen overal vandaan kwamen om naar Jezus te luisteren. De mensen hadden er een reis van meerdere dagen voor over om Hem te zien en te horen. Zelfs mensen uit Idumea kwamen helemaal naar Galilea voor Hem: ‘Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar hem toe, omdat ze hadden gehoord wat hij allemaal deed.’ Marcus 3: 7-8
Zoon van Antipater
Sinds 63 v. Chr. was Judea een vazalstaat geworden van de Romeinen. De Hasmoneeën mochten Judea blijven besturen onder de Romeinse overheersing.
In deze tijd werd Idumea (het gebied net onder Judea) bestuurd via gouverneurs. Herodes’ vader, Antipater, was gouverneur in Idumea tijdens de laatste periode van de Hasmonese staat. Antipaters politieke invloed nam steeds meer toe en hij betrok ook zijn zonen Herodes en Phasaël bij zijn politieke en militaire acties. Antipater en zijn zonen stonden aan de kant van de Romeinen. In 48 v. Chr. hielp Antipater, met zijn leger, keizer Julius Caesar in Alexandrië. Als dank daarvoor benoemde Caesar Antipater tot procurator over Judea. Zijn zoon Herodes werd benoemd tot gouverneur van Galilea. In 43 v. Chr. werd Antipater vermoord, hij werd vergiftigd.
De Hasmoneeën waren de macht over Jeruzalem en Judea dus kwijtgeraakt. Antigonus, een nazaad van de laatst koning van de Hasmoneeën, wilde graag het Hasmonese rijk herstellen en hij probeerde in 40 v. Chr., met hulp van de Parthen om Judea te bevrijden van de Romeinen. Tijdens deze staatsgreep werd Antipaters zoon Phasaël gevangengenomen. Hij pleegde zelfmoord in gevangenschap. Herodes, de andere zoon van Antipater, wist de onlusten neer te slaan en werd daarom door de Romeinen in 37 v. Chr. benoemd tot koning van het Joodse volk. Hij veroverde met de hulp van de Romeinen Jeruzalem en de provincie Judea (inclusief Samaria en Ien heerste er tot 4 v. Chr.
Familie en gezin
Herodes werd rond 73 v. Chr. geboren. Zijn vader was de Idumeeër Antipater (de gouverneur van Idumea), zijn moeder heette Cypros en kwam uit een vooraanstaande Nabateese familie. Hij had een oudere broer (Phasaël), een zus (Salome) en twee jongere broers (Jozef en Pheroras).
Vader Antipater werd vergiftigd in 43 v. Chr. Broer Phasael pleegde zelfmoord in gevangenschap in 40 v. Chr., broer Jozef sneuvelde tijdens de opstand tussen 40 en 37 v. Chr. en broer Pheroras werd door Herodes aangesteld tot gouverneur van Perea (aan de andere kant van de Jordaan, boven de Dode Zee). Pheroras stierf in 5 v. Chr, toen hij werd vergiftigd door zijn vrouw.
Herodes’ zus Salome speelde een grote rol in het leven van Herodes en in de intriges en de wandaden aan het hof. Salome’s man Costobarus werd door Herodes aangesteld als gouverneur van Idumea.
In 47 v. Chr. kreeg Herodes het burgerschap van Rome, waarna hij werd benoemd tot gouverneur van Galilea. In deze tijd trouwde hij met zijn eerste vrouw, Doris, een Idumese vrouw.
Met haar krijgt Herodes een zoon: Antipater.
In 40 v. Chr. ontmoet hij Mariamne (Myriam in het Hebreeuws), een Hasmonese vrouw, waarna hij Doris en Antipater verstoot en wegstuurt. Drie jaar lang vecht Herodes zich een weg van Galilea naar Jeruzalem, waarna hij in 37 v. Chr de stad Jeruzalem bezet en trouwt met Mariamne. Met Mariamne krijgt hij twee zonen (Alexander en Aristobulus) en twee dochters.
In totaal trouwde hij met minstens 10 vrouwen en kreeg hij veel zonen en dochters.
Achterdocht, wantrouwen en moorden
Zus Salome wilde zowel van Herodes' vrouw Mariamne als van haar eigen man Joseph af en maakte ze verdacht bij Herodes, waarna deze allebei werden vermoord. Van de moord op Mariamne heeft hij overigens de rest van zijn leven spijt gehad, volgens de overlevering. Later liet hij ook 3 van zijn 5 zoons vermoorden, zijn schoonmoeder, 45 leden van de Joodse Hoge raad en nog vele anderen.
Ondertussen maakten zijn zoons elkaar het leven zuur en heerste er overal wantrouwen en bedrog in en om het paleis. Naarmate hij langer aan de macht was, werd hij steeds wantrouwiger en liet hij iedereen doden waarvan hij dacht dat deze de macht van hem over zou willen gaan nemen. Door de argwaan zou Herodes wel 7x zijn testament hebben veranderd, met betrekking tot de machtsverdeling na zijn dood. Hij voelde zich door zijn zoons bedreigd. De zoons van Mariamne, die populair waren omdat ze Hasmonese wortels hadden, liet hij in 7 v. Chr. vermoorden. Zijn oudste zoon Antipater liet hij gevangen zetten.
In 4 v. Chr. werd Herodes ernstig ziek, waarna hij zijn zus Salome opdroeg om alle belangrijke Joden gevangen te zetten. Ze moesten worden gedood als hij zou sterven, dan wist hij tenminste zeker dat het land in rouw zou zijn na zijn dood.
Herodes doet een zelfmoordpoging, maar deze mislukt. Zoon Antipater zit op dat moment nog in de gevangenis en hoort een gil, waardoor hij denkt dat zijn vader is overleden. Hij koopt een bewaker om en wordt vrijgelaten. Maar Herodes blijkt de zelfmoordpoging te hebben overleefd en laat Antipater doden. Na een paar dagen overlijdt Herodes alsnog. Zus Salome laat de vooraanstaande Joden niet doden, maar laat ze vrij. Zijn sterfdag werd een feestdag, in plaats van een dag van rouw. Het volk was blij dat hij er niet meer was. Er werd in die tijd gezegd: ‘Bij Herodes kun je beter zijn zwijn zijn dan zijn zoon’.
Na Herodes’ dood kwam zijn zoon Archelaüs aan de macht in Judea. Hij was zeer wreed. In 6 n. Chr. werd hij door de Romeinen afgezet, waarna er Romeinse procurators over Judea heersten, aangestuurd door de gouverneur van Syrië, Quirinius.
De kindermoord in Bethlehem
In het evangelie van Mattheus wordt geschreven over de kindermoord in Bethlehem. Jezus zou zijn geboren in het jaar 5 v. Chr, zoals algemeen wordt aangenomen en dus niet in het jaar 0.
Na de geboorte van Jezus zouden de ‘wijzen uit het oosten’ bij Herodes op bezoek zijn gekomen en hem hebben verteld dat ze op zoek waren naar de pas geboren ‘Koning van de Joden’, omdat ze zijn ster hadden gezien. Herodes laat navragen waar de Messias geboren zou worden en hoorde dat dat in Bethlehem zou zijn. Hij stuurt de wijzen naar Bethlehem met het verzoek om bij hem terug te komen als ze het kind gevonden hebben. Ze werden echter in een droom gewaarschuwd om niet terug te gaan naar hem en ook Jozef en Maria werden gewaarschuwd in een droom, waarna ze naar Egypte vluchtten met baby Jezus. Wanneer Herodes beseft dat de wijzen niet terugkomen, geeft hij de opdracht om alle jongetjes onder de twee jaar rond Bethlehem te laten vermoorden.
Over deze kindermoord zijn geen bewijzen gevonden in de geschiedenis, alleen Mattheus noemt het in zijn evangelie. Het past wel bij wat we weten over het achterdochtige wantrouwen van Herodes en bij het feit dat hij gemakkelijk iedereen doodde die een gevaar voor zijn macht betekende. Maar het is wel vreemd dat zelfs geschiedschrijver Flavius Josephus, die uitgebreid schrijft over Herodes en zijn wandaden, hier niets over schrijft. Kort na de kindermoord in Bethlehem, in 4 v. Chr. wordt Herodes ernstig ziek en sterft hij.
Bestuurder
Herodes was een wrede en argwanende man, maar hij was wel een goede bestuurder. Hij was zeer bekwaam op militair gebied en werd door de Romeinen daarom zeer gewaardeerd.
Nadat Herodes Jeruzalem heeft ingenomen, ontstaat er een lange periode van relatieve rust in Judea. Het land groeit en ontwikkelt. Herodes bouwt nieuwe steden en vestingen, waaronder de strategisch gelegen havenstad Caesarea. Hierdoor gaat het ook economisch voor de wind.
Bouwer
Herodes was een groot bouwer. Hij liet meerdere steden bouwen, waaronder Caesarea met zijn mooie bouwwerken, haven, hippodroom, amfitheater en aquaduct. Voor zichzelf liet hij mooie paleizen bouwen: het zomerpaleis in Caesarea, het winterpaleis in Jericho en het Herodion tussen Jeruzalem en Bethlehem. Daarnaast versterkte hij bestaande burchten, zoals Massada aan de Dode Zee en de burcht Antonia in Jeruzalem, direct naast het tempelplein.
Zijn bekendste en grootste project was echter de (her)bouw van de tempel op het tempelplein: de Tempel van Herodes.
De Tempel van Herodes
De tempel van Zerubbabel werd zo’n honderd jaar voor de tijd van Herodes nog opgeknapt, maar het bleef, zeker in vergelijking met de voormalige tempel van Salomo, een bescheiden bouwwerk.
Herodes werd door de Joden veracht en gehaat, vanwege zijn afkomst en vanwege de vele moorden die hij pleegde. Hij wilde graag in de gunst komen bij het Joodse volk. Aangezien hij een bekwaam en ervaren bouwer was, wilde hij graag de tempel weer zijn oude weelde en luister teruggeven en het tempelcomplex zelfs nog mooier en luxer maken dan de eerste tempel van Salomo.
Flavius Josephus en de Talmoed hebben uitgebreid over deze tempel van Herodes geschreven en een duidelijke beschrijving gegeven van de tempel en de bouw ervan.
Volgens Josephus geloofde Herodes dat de bouw van de tempel een taak was die groot genoeg was "om zijn eeuwige herinnering te verzekeren". Herodes' tempel was een van de wonderen van de antieke wereld: een prachtig gebouw en een wonder van techniek. Josephus, die ooggetuige was van de tempel, schrijft: "Aan de buitenkant van het gebouw ontbrak niets dat geest of oog kon verbazen. . . Voor vreemdelingen leek het van een afstand op een met sneeuw bedekte berg, want alles wat niet met goud bedekt was, was van het zuiverste wit".
Josephus schrijft dat Herodes in het achttiende jaar van zijn regering (20-19 v.Chr.) een toespraak hield voor het volk, waarin hij voorstelde de tempel van Zerubbabel te herbouwen uit dankbaarheid voor het feit dat hij "door de wil van God de Joodse natie tot een nooit eerder geziene staat van voorspoed had gebracht"
Stukje voor stukje werd alles vernieuwd
In 20-19 v. Chr. begon Herodes met de complete vernieuwing van de tempel. Steeds werd er een stukje van de oude tempel afgebroken en volledig nieuw teruggebouwd. De oorspronkelijke tempel werd dus volledig vervangen, maar toch spreekt men vaak nog over ‘de tweede tempel’ als men het over deze nieuwe tempel heeft, net zoals de tempel van Zerubbabel werd genoemd. Veel mensen spreken dan ook liever over ‘de tempel van Herodes’ en sommigen noemen dit ‘de derde tempel’.
De Joden waren bang dat de tempel wel zou worden afgebroken, maar niet zou worden herbouwd. Daarom verzamelde Herodes alle bouwmaterialen eerst, voordat hij aan de verbouwing begon.
Er werden 10.000 mannen ingeschakeld voor de bouw en de beste architecten uit Fenicië kwamen naar Jeruzalem om te helpen. Omdat de Joodse wetten voorschreven dat er alleen priesters in het Heilige en Heilige der Heiligen mochten komen, werden er 1000 priesters opgeleid tot timmerman en metselaar om dit deel te vervangen.
Herodes liet niet alleen het tempelgebouw volledig vernieuwen, ook maakte hij het tempelplein veel groter en luxer. Om het hele plein heen kwam een massieve muur. Midden op het tempelplein verrees een blinkend wit tempelgebouw, afgewerkt met zuiver goud. Daarna werden de omringende voorhoven aangelegd: het voorhof der priesters, het voorhof der mannen, het voorhof der vrouwen en het voorhof der heidenen. Het tempelterrein werd omgeven door een overdekte zuilengang.
Het tempelgebouw zelf was binnen anderhalf jaar klaar.
Aan de bijgebouwen, zuilengangen en voorhoven werd in totaal 80 jaar gewerkt.
De verschillende delen van de tempel
De eigenlijke tempel van Herodes had qua lengte en breedte dezelfde afmetingen als de tempel van Salomo: 60 el lang en 20 el breed. Het gebouw was waarschijnlijk twee keer zo hoog als de tempel van Salomo.
Rondom het tempelcomplex liet Herodes verschillende voorhoven aanleggen, in concentrische ringen van opeenvolgende heiligheid. Elk voorhof was hoger gelegen dan het omringende voorhof en de tempel zelf stak als een kroon boven deze voorhoven uit. Rondom het hele tempelplein werden galerijen/ zuilengangen gemaakt.
Het Heilige
De ingang van de tempel was gericht naar het oosten, richting de Olijfberg dus. Als je de trappen naar de tempel opliep en door de grote deuren ging, kwam je eerst in een voorhal. In de tempel zelf mochten alleen de priesters komen.
Achter dezer voorhal was het Heilige, de ruimte waarin de gouden kandelaar, het reukofferaltaar en de tafel met de toonbroden stond.
Het Heilige der Heiligen
Achter het Heilige bevond zich het Heilige der Heiligen. Het Heilige der Heiligen werd door middel van het voorhangsel, een groot geborduurd gordijn in het blauw, wit (byssus), scharlaken en purpur, gescheiden van het Heilige. Volgens de overlevering bestond het voorhangsel niet uit één, maar uit twee grote geborduurde gordijnen van zware stof. Deze twee gordijnen hingen ongeveer 18 centimeter uit elkaar. Het buitenste gordijn was aan de zuidkant omhoog gelust, en het binnenste aan de noordkant, zo ontstond er een gang waar de hogepriester doorheen moest lopen op de dag dat hij het Heilige der Heiligen binnenging, zodat niemand anders in het Heilige der Heiligen kon kijken.
Dit voorhangsel scheurde bij de dood van Jezus, van boven naar beneden (Matt 27:51).
Het Heilige der Heiligen was helemaal leeg, net zoals in de tempel van Zerubbabel. De Ark van het Verbond was verdwenen sinds de Babylonische ballingschap. De wanden van het Heilige der Heiligen waren bedekt met platen van geslagen goud. De hogepriester, die door loting werd gekozen, kwam eenmaal per jaar in het Heilige der Heiligen: op Jom kippoer, de grote verzoendag.
Volgens de rabbijnse traditie lag er een steen op de vloer van het Heilige der Heiligen, dit zou de "eerste steen" (eben shetiyyah) zijn geweest - veel joden denken dat het de rots is van waaruit God de wereld heeft geschapen. Toen de Ark van het Verbond er nog was, sprenkelde de hogepriester op grote verzoendag het bloed van het offer op het verzoendeksel van de ark, ter verzoening van de zonden van het volk. In de tempel van Herodes zou de hogepriester het bloed van het offer op deze steen/ rots hebben gesprenkeld.
Er wordt ook gedacht dat het hier gaat om de grote rots die nog steeds het centrum is van de Tempelberg. De huidige ‘Rotskoepel’ staat als bescherming over deze rots heen. Velen gaan ervanuit dat daar vroeger het Heilige der Heilige was en dat de Ark in de tempel van Salomo ook op deze rots heeft gestaan.
De bijgebouwen
Er waren zijgebouwen bij de tempel, net zoals bij Salomo’s tempel. Hierin waren drie verdiepingen gemaakt, met kamers aan de noord-, zuid- en westzijde van de Tempel. De hele breedte van het bouwwerk, inclusief de bijgebouwen van 70 el (35m).
Het brandofferaltaar
Voor de Tempel, op 22 el (11m) afstand van het voorportaal, stond het brandofferaltaar, opgebouwd uit ongehouwen stenen. Het brandofferaltaar was 50 el (25m) lang en breed en 15 el (7,5m) hoog. Aan de noordkant van het altaar waren vierentwintig ringen in de grond bevestigd, waaraan de offerdieren werden vastgebonden. Vlakbij stonden acht pilaren die cederhouten balken ondersteunden, waaraan de karkassen van de dieren werden opgehangen.
Er waren ook acht marmeren tafels voor het bereiden van offervlees. Aan de zuidkant stond een bronzen wasvat voor de priesterlijke wassingen.
Via een helling konden de priesters het offervlees naar de top van het altaar brengen. Bron
De Tempelhoven:
Voorhof der priesters
Het plein voor de directe ingang van de tempel werd het ‘voorhof der priesters’ genoemd. Daar mochten alleen de mannelijke leden van de priesterfamilies komen. Op dit plein stond het brandofferaltaar en het koperen wasvat. Hier werden ook de offers voorbereid en de lammeren geslacht die de mannen meebrachten.
Het brandofferaltaar was groot en vierkant, met hoorns op de vier hoeken. Een helling leidde naar de top van het altaar.
Het ‘voorhof der priesters’ werd van het ‘voorhof der mannen’ gescheiden door de schitterende Nicanorpoort.
Voorhof der mannen/ voorhof voor de Israelieten:
Het ‘voorhof der mannen’, ook wel het ‘voorhof der Israëlieten’ genoemd, was een lang, smal voorhof. Hier mochten alleen Joodse mannen komen. Vanuit dit voorhof konden de mannen het grote stenen altaar zien. Dit voorhof was gescheiden van het voorhof der vrouwen door de grote en schitterende Nicanorpoort, dit is waarschijnlijk dezelfde als de Schone Poort uit Hand. 3:2.
Voorhof der vrouwen:
Het voorhof der vrouwen lag 15 treden lager dan het voorhof der mannen.
Vanaf het voorhof der vrouwen was het gebied heilig. Men denkt dat dit gedeelte samenviel met het verhoogde deel dat nog steeds te zien is als het centrale deel op de tempelberg, rondom de Rotskoepel.
Dit voorhof mocht alleen betreden worden door Joden. Er stond en stenen muur omheen met meerdere poorten erin. Bij de poorten stond in het Grieks en Latijn geschreven dat het verboden was voor niet-joden om hier verder te gaan, wie wel verder ging werd gedood.
Een tekening van hoe het voorhof der vrouwen er mogelijk uitgezien heeft. Bovenaan de trap was de Nicanorpoort, daarachter was het voorhof der mannen en het voorhof der priesters. Bron
Blijkbaar kregen de tempelbeambten het recht om dit verbod op buitenlanders in deze heilige ruimte te handhaven. Dat dit heel serieus werd genomen, lezen we in Handelingen 21:27-32, waar Paulus valselijk wordt beschuldigd dat hij niet-joden binnen deze omheining heeft gebracht en dat de mensen hem proberen te doden.
Een kalksteen met deze waarschuwing erop werd gevonden in een muur van een schooltje vlakbij het tempelplein en is nu te zien in het Archeologisch museum van Istanbul.
In het voorhof der vrouwen hielden zowel de mannen als de vrouwen hun godsdienstoefeningen waarbij niet geofferd hoefde te worden: gebed, vasten, zang. Verder stond ook de schatkist of offerkist in dit voorhof.
Het voorhof der heidenen:
Het buitenste voorhof, het voorhof der heidenen, was een groot, prachtig plein met een vloer van mozaïektegels en aan alle kanten omgeven door galerijen met wit marmeren zuilen en cederhout. Dit was officieel geen onderdeel van de tempel: de grond was niet heilig, dus iedereen mocht hier komen. Hier waren alle volken welkom om God te komen aanbidden: Joden en heidenen.
Dit 'voorhof der heidenen' had veel poorten. Het was er meestal druk. Dit was de plek waar alle joden samen kwamen, hier werden lammeren en duiven verkocht om te offeren, hier kon men geld wisselen en werd het geld voor de tempelbelasting geïnd. In de zuilengangen rondom dit voorhof werd onderwijs gegeven en mensen kwamen daar bij elkaar om met elkaar te praten, te discussiëren of uit te rusten. Hier heeft Jezus ook onderwijs gegeven en wonderen verricht, en hier heeft hij ook het tempelplein ‘schoongeveegd’.
Een Engelse pensionado, Alec Garrard, heeft 30 jaar besteed aan het maken van den model van de tempel van Herodes. Hier op de voorgrond, maar ook op de achtergrond is het 'voorhof der heidenen' te zien, binnen de hoge muren is het 'heilige deel'. Rechts in het 'heilige deel' het 'voorhof der vrouwen' en achter de witte muur, vlak voor de tempel zelf zijn het 'voorhof der mannen' en het 'voorhof der priesters'. Bron
De zuilengangen
Rondom de gehele binnenkant van de muur om ‘het voorhof der heidenen’ waren portieken of zuilengangen gemaakt.
De mooiste waren die aan de zuidkant. Josephus noemt dit ook wel ‘de Koninklijke Stoa’. Dit was een centrum van commerciële en juridische transacties en had een aparte toegang tot de benedenstad via het viaduct ‘de boog van Robinson’. Deze galerijen aan de zuidkant bestonden uit vier rijen Korinthische zuilen van wit marmer; in totaal waren er 162 zuilen. De plafonds waren van houtsnijwerk.
De oostelijke galerij stond bekend als de zuilengang van Salomo. (Joh 10:23, Hand 3:11), waarschijnlijk ging men ervan uit dit zich hier nog elementen van Salomo’s tempel bevonden.
In de uiterste zuidoosthoek van de tempel liggen de zogenoemde ‘stallen van Salomo’. Het zijn ondergrondse kamers die niets met Salomo te maken hebben. Het zijn kelders die onder de tempelplaats gebouwd zijn. Ze werden verwoest door de Romeinen in het jaar 70 en later herbouwd door de Kruisvaarders, die hun paarden hier stalden.
Boven: de zuilengangen van Salomo
Onder: de Koninklijke Stoa Beide foto's zijn van het tempelmodel van Alex Garrard.
De poorten
Om het hele tempelplein heen stond een stevige muur met kantelen. Het is niet zeker hoeveel poorten er in deze muur gemaakt waren, daar verschillen de bronnen over van mening.
Archeologisch bewijs heeft uitgewezen dat er in ieder geval acht poorten waren naar Herodes' tempelberg vanuit de omringende stad: één in het oosten, twee in het zuiden, vier in het westen en één in het noorden. De meest gebruikte ingang voor pelgrims waren de twee Huldapoorten in het zuiden: de Dubbele Poort en de Drievoudige Poort, die werden bereikt via een monumentale trap.
Bij verschillende van deze poorten zijn archeologische resten van rituele baden of mikvahs opgegraven, wat erop wijst dat de Joden zich ritueel reinigden voordat zij naar de Tempelberg gingen.
In de zuidwestelijke hoek bevond zich ‘de boog van Robinson’ die via een brug leidde naar de bovenstad. In de huidige muur zijn nog resten van deze poort te zien, rechts van de Klaagmuur.
Een stukje verder naar het noorden zijn de resten gevonden van de boog van Wilson, waar een brug was gemaakt over de vallei aan de westkant van de stad (links van de Klaagmuur, nu te bezoeken via de Western Wall Tunnels).
Aan de zuidkant waren de Hulda-poorten. Hier zijn ook nog steeds resten van te zien in de huidige muur. Beide poorten zijn dichtgemetseld. Pelgrims liepen via trappen in de richting van de poorten en dan door een soort tunnel (die onder de huidige Al-Aqsa moskee ligt) naar boven. De trappen waren gedeeltelijk uitgehouwen in de rots en gedeeltelijk aangelegd met stenen. Ze zijn nu gedeeltelijk gerenoveerd, zodat men een indruk kan krijgen van hoe de Joden vroeger naar de tempel liepen (Archeologische opgravingen).
De boog van Robinson, met een brug over de (drukke) weg die langs de muur van het tempelplein liep. Dit is de muur die nu de Klaagmuur wordt genoemd. Van deze poort zijn nog resten te zien rechts van de Klaagmuur. Bron
Rechts de boog van Robinson, links de boog van Wilson met de brug die over de vallei ging. Er tussen de plek van de huidige Klaagmuur. Bron
Onderaan de Hulda poorten, links de boog van Robinson, de huidige klaagmuur en de brug naar de boog van Wilson. Bron
De vergroting van het tempelplein
Om zijn plannen voor het verbouwen van de tempel zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, had Herodes meer ruimte nodig. De berg Moria had nogal steile hellingen en er was niet veel plek op de top. De Hasmoneeen hadden het tempelplein al een stuk uitgebreid, maar voor Herodes was dat niet genoeg. Om genoeg ruimte te krijgen, moest de oppervlakte van de heuvel kunstmatig vergroot worden, vooral in het zuiden kon ruimte gemaakt worden. Door om het hele gebied vier massieve, vier meter dikke, steunmuren te maken en de open plekken op te vullen, maakte hij een groot plateau op de berg. De muren waren zo massief dat ze aardbevingen doorstonden.
In het zuiden kwam een hogere muur te staan om het hoogteverschil op te vangen. Daarnaast egaliseerde Herodes het gebied door rotsen aan de noordwestzijde kant weg te hakken.
Omvang en vorm van het tempelplein:
Hij verdubbelde zo de omvang van Salomo’s tempelberg. Volgens de overlevering was Salomo’s tempelberg een vuurkant van 500 el aan alle kanten (250m ongeveer) en 17 hectare.
Toen het project klaar was, was er een trapeziumvormig platform ontstaan van 488m in het westen, 470m in het oosten, 315m in het noorden en 280m in het zuiden, met een oppervlakte van 144.000 m2, dat is ongeveer 36 hectare.
Door deze uitbreiding bestond het enorme tempelplein dat er nu nog steeds is. Het huidige tempelplein neemt een zesde deel in van huidige ‘Oude Stad’ van Jeruzalem.
Gebruikte stenen:
Herodes laat bijzonder grote stenen gebruiken en een deel daarvan is nog zichtbaar in de westelijke muur (de zgn. Klaagmuur). In de westmuurtunnel (Western Wall Tunnel) is een van de grootste bouwstenen ter wereld gevonden. Deze steen is 13.55m lang, 3,3 m hoog en de breedte, verborgen in de muur, wordt geschat op 1,8 tot 4,5m en weegt 250 tot 570 ton.
Gouden adelaar:
Boven de ingang van de tempel liet Herodes een gouden adelaar aanbrengen, wat voor de Joden heiligschennis was. In 5 of 4 v.Chr., toen Herodes al op zijn sterfbed lag, bestormde een boze menigte de tempel in Jeruzalem en haalde daar de gouden adelaar weg. Twee schriftgeleerden, Judas en Matthias, werden hiervoor verantwoordelijk gehouden en levend verbrand, aldus Flavius Josephus.
Duur van de bouw:
De eigenlijke tempel werd in anderhalf jaar gebouwd en de omliggende portieken en binnenplaatsen in acht jaar. De bouw van het hele complex duurde echter meer dan tachtig jaar vanaf het begin en werd pas in 63/ 64 na Christus voltooid.
De tempel werd in 10 v. Chr. officieel ingewijd. Het was een grote plechtigheid, waarbij 300 ossen werden geofferd. Toen de tempel eindelijk voltooid was, gold hij als een van de schitterendste architectuurcomplexen van het Romeinse Rijk en trok van heinde en verre bewonderaars.
Na de dood van Herodes in 4 v. Chr. ging de bouw van het Tempelcomplex gewoon door. Het project was pas klaar tijdens het procuratorschap van Albinus (62-64 v. Chr.), meer dan tachtig jaar na het begin ervan.
Minder dan tien jaar later (70) werd het door brand verwoest tijdens het beleg van Jeruzalem door Titus.
Ligging/ archeologie:
De meeste mensen denken dat de tempel op het tegenwoordige tempelplein stond. Veel mensen denken dat de tempel stond op de plek waar nu de Rotskoepel staat, maar het zou ook elders op het tempelplein kunnen zijn.
Een andere mening is dat de tempel gestaan heeft in de stad van David, ten zuiden van de tempelberg en dat het huidige tempelplein eigenlijk de plaats van het Romeinse fort Antonia was.
Er is geen archeologisch onderzoek mogelijk op het tempelplein, maar wel aan de zuid- en zuid-west kant van de Tempelberg. Daar zijn meerdere aanwijzingen gevonden die erop duiden dat hier de ingangen naar de tempel zijn geweest (trappen, bruggen, restanten van poorten, mikwa’s etc)
Archeoloog Leen Ritmeyer heeft daarnaast bewijzen gevonden voor een uitbreiding van de Tempelberg door de Hasmoneeën.
Archeologen slaagden erin om zeven oorspronkelijke vloertegens van de vernietigde tempel van Herodes te reconstrueren. Waarschijnlijk werden ze gebruikt in de zuilengangen op de Tempelberg. De Joodse historicus Josephus Flavius beschreef de vloeren van de Tempelberg als kleurrijk.
Jezus en de tempel:
Jezus kwam regelmatig in deze ‘Tempel van Herodes’. Hij is overigens nooit in het tempelgebouw zelf geweest of bij het altaar, want daar mochten alleen priesters komen. Verder dan het ‘voorhof der mannen’ mocht hij niet komen.
De toewijding van Jezus in de tempel:
Allereerst kwam hij acht dagen na zijn geboorte in de tempel om toegewijd te worden aan God, waarbij er geofferd werd. De rechtvaardige Simeon en de profetes Hanna waren in de tempel aanwezig en loofden God bij het zien van Jezus. (Lukas 2: 22- 39)
De 12-jarige Jezus in de tempel:
Zijn ouders gingen elk jaar voor het Pesachfeest naar Jeruzalem. Op 12-jarige leeftijd waren Maria en Jozef Jezus kwijt op de terugweg van Jeruzalem naar Nazareth. Hij bleek nog in de tempel te zijn, tussen de Schriftgeleerden. Iedereen bleek verbaasd over zijn inzicht en antwoorden. (Lucas 2:41-52)
De verzoeking door Satan:
Aan het begin van Jezus’ publieke optreden, vlak na Zijn doop door Johannes, wordt Jezus door Satan verzocht. Satan neem Hem mee naar het dak van de tempel. (Lukas 4: 9-13)
Hij gaf onderwijs in de tempel:
Jezus en zijn discipelen kwamen regelmatig in het tempelcomplex. Het nieuwe testament noemt het tempelplein, de zuilengang van Salomo en de schatkamer als plekken waar Jezus onderwijs gaf en waar hij met de religieuze leiders discussieerde. (Lukas 20:1, Lukas 21:37, Markus 12:35-44, Matt. 21:23-45, Joh. 7:14-15, Joh. 7:28, Joh. 8:2, Joh. 8:20)
Hij deed wonderen in de tempel:
Ook genas Hij mensen in de tempel (Matt. 21: 14)
Hij reinigde de tempel (het voorhof der heidenen):
Na Zijn feestelijke intocht in Jeruzalem verdreef Jezus de handelaren en geldwisselaars uit de tempel met de woorden: Er staat geschreven: Mijn huis moet een huis van gebed zijn. Maar jullie maken er een rovershol van. (Lukas 19: 45-48, Matt. 21:12-13, Joh. 2:13-16)
In Johannes 2:20 wordt gezegd dat er 46 jaar over de tempel is gebouwd. Als het klopt dat men in 20/ 19 v. Chr. begon met bouwen en deze 46 jaar klopt, dan valt Jezus’ optreden hier in het jaar 26 of 27 n. Chr.
Hij identificeerde zichzelf met de tempel:
In Johannes 2:19 zegt Jezus: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen’. Jezus bedoelde hier Zijn lichaam en verwees hiermee naar Zijn dood en opstanding. De Joodse leiders zagen het als godslastering en gebruikten deze uitspraak als aanklacht tegen Hem om Hem gekruisigd te krijgen.
Hij voorspelde de vernietiging van de tempel:
Jezus voorspelde de verwoesting van de tempel door de Romeinen. Op het moment dat Hij deze uitspraken deed, was men nog steeds bezig met het vernieuwen van de tempel. 40 jaar na zijn uitspraken werd de tempel inderdaad verwoest. (Markus 13 :1-2, Matt. 24:1-2, Lucas 19:41-44)
Het voorhangsel in de tempel scheurde bij Zijn dood:
Toen Jezus stierf aan het kruis scheurde het voorhangsel in de tempel van boven naar beneden, waardoor het (lege) Heilige der Heilige open kwam te liggen. (Matt. 27:51, Markus 15:38)
De discipelen en de tempel:
De twaalf discipelen kwamen vaak met Jezus in de tempel.
Nadat Jezus naar de hemel was gegaan, bleven ze daar komen.
Ze gingen normaal gesproken naar het namiddaggebed:
Petrus en Johannes waren gewoon om rond het negende uur naar de tempel te gaan voor het namiddaggebed. (Hand. 3:1) In die tijd begon men met het tellen van de uren bij zonsopgang. Het negende uur was dan ergens rond 15.00 of 16.00u.
Volgens Marcus stierf Jezus ook rond dit uur aan het kruis (Markus 15:34)
De genezing van een verlamde
Petrus en Johannes genezen een verlamde bedelaar bij de schone poort die bijna 40 jaar verlamd was geweest. (Hand. 3: 2-10)
Onderwijs
De gelovigen kwamen bij elkaar in de zuilengang van Salomo en de discipelen gaven er onderwijs en verrichten veel wonderen en tekenen. (Hand. 3: 11-26, Hand. 5:12)
Ondanks de tegenstand en geselingen die ze kregen, bleven de discipelen dagelijks het volk onderwijzen in de tempel of bij iemand thuis. (Hand 5: 42)
Petrus en Johannes worden er gevangen genomen
Petrus en Johannes worden gevangen genomen in de tempel (Hand. 4: 1-3)
Ze gaan weer naar de tempel nadat ze opnieuw gevangen waren genomen
Nadat de discipelen opnieuw gevangen waren genomen, werden ze bevrijd door een engel en gingen ze weer naar de tempel om onderwijs te geven. (Hand. 5: 17-26)
Paulus en de tempel:
Opgeleid tot Farizeeër
Paulus was opgeleid door de Farizeeër Gamaliël (Hand 22:3, Hand. 5:33), waarschijnlijk vond die opleiding plaats op het tempelplein of in een van de bijgebouwen van de tempel.
Geroepen door God op het tempelplein:
Op het tempelplein werd hij geroepen om naar andere volken te gaan en daar te getuigen. (Hand 22: 17-21)
Gevangen genomen op het tempelplein:
Een woedende menigte probeert Paulus te doden, omdat ze dachten dat hij een Griek mee had genomen naar het heilige deel van de tempel. Hij werd de tempel uitgesleurd, de poorten van de tempel werden gesloten. Soldaten van het Romeinse leger, die in de burcht Antonia, naast het tempelplein dienst doen, grijpen in en nemen Paulus mee. (Hand 21: 26-36)
Getuigen op het tempelplein:
Paulus mag eerst nog een getuigenis geven aan de menigte op het tempelplein voordat hij meegaat naar de burcht Antonia. (Hand 22: 1-22)
Ons lichaam en de gemeente worden 'tempel' genoemd
Paulus en Petrus gebruiken de tempel regelmatig als metafoor voor het lichaam van de gelovige en voor de christelijke gemeente. (1 Korintiërs 3:16, 1 Korintiërs 6:19, 2 Korintiërs 6:16, Efeziërs 2:19-22, 1 Petrus 2:5)
Tempelmodellen:
Er zijn een aantal modellen van de tempel gemaakt om een beeld te krijgen van hoe de tempel eruit zou kunnen hebben gezien.
- Bij het Israël Museum in Jeruzalem is een grote maquette te zien.
- De Engelsman Alec Garrard heeft tientallen jaren gewerkt aan een maquette (1:100), deze is helaas niet meer te bezichtigen, maar er zijn mooie beelden van op internet te vinden.
- Het grootste tempelmodel (1:60) is in 2009 gebouwd door Michael Osanis en is in aug 2009 geplaats op het dak van een Joods museum/ studiecentrum (van Aish HaTorah Yeshiva) te Jeruzalem. Dit is vlakbij de tempelberg, het lijkt erop dat dit model/ museum niet zomaar bezocht kan worden.
Video's
Hieronder enkele video's die een beeld geven van hoe de Tempel van Herodes eruit heeft gezien.