Van Joods ouderenhuis tot DDR gevangenis

Gepubliceerd op 13 februari 2020 om 12:39

Het voormalige Joodse ouderenhuis aan de Schönhauser Allee

Foto van de achterzijde, vanaf de zwaar beschadigde Joodse begraafplaats.

Herdenkingsbord

Het begon zo mooi....

 

Toen Bertha en Moritz Manheimer in 1882 besloten om een huis voor Joodse ouderen te bouwen aan de Schönhauser allee, hadden ze nooit kunnen bedenken wat voor pijn en ellende zich binnen 100 jaar allemaal zou afspelen in dit huis.


Moritz was een rijke Joodse ondernemer met het hart op de goede plek. Toen Bertha en Moritz er achter kwamen dat ze geen kinderen konden krijgen, besloten ze om projecten te gaan opzetten voor arme en benadeelde mensen. 40 van deze projecten werden er door hen opgericht. Eén daarvan is dit huis.


Woningnood voor Joodse ouderen

Er was al een huis voor Joodse ouderen in Berlijn, naast de eerste Joodse begraafplaats aan de Große Hamburgerstraße, maar dat huis zat propvol. In 1882 kocht Moritz een stuk land naast de tweede Joodse begraafplaats van Berlijn, die toen net een paar jaar gesloten was, omdat de begraafplaats vol lag. Op dit stuk land liet hij een mooi, groot huis bouwen voor 40 Joodse ouderen. Er waren drie eisen waaraan de nieuwe bewoners moesten voldoen: ze moesten arm zijn, ouder zijn dan 60 jaar en meer dan 15 jaar in Berlijn hebben gewoond.
Bertha en Moritz waren intensief betrokken en wilden alle bewoners persoonlijk kennen, inclusief hun zorgen en levensverhalen. Ze richtten fondsen op om hun projecten te bekostigen en vroegen bij verjaardagen en andere feestelijkheden of men geen cadeau wilde kopen, maar bijvoorbeeld een bed voor het huis kon schenken. Het huis zat al snel vol. Binnen 10 jaar werd er twee keer een stuk aangebouwd.
Onder het huis was een kelder van twee verdiepingen gebouwd, hierin bevonden zich de keuken, ruimtes om te wassen en te strijken, een voorraadskamer, portiers kamer en dienstbode kamers.
In 1935, toen Hitler reeds twee jaar aan de macht was in Duitsland en de Joden al vervolgd werden, woonden er meer dan 100 Joodse mensen in het tehuis. Het werd in deze tijd steeds moeilijker om aan voldoende voedsel te komen en om de mensen goed te verzorgen. Het echtpaar Manheimer was inmiddels al jaren overleden.

 

Deportatie van de bewoners en ‘Sammellager’

Vanaf eind 1941 probeerden de Nazi’s alle Joden op te pakken, om hen naar concentratiekampen te sturen.

Op 17 augustus 1942 werden de meeste bewoners van het huis met het eerste ouderentransport gedeporteerd naar Theresienstadt. Nadat in 1943 de laatste bewoners en het personeel ook waren weggevoerd naar concentratiekampen, werd het gebouw in gebruik genomen als ‘Sammellager’. Een verzamelgebouw. Hier werden de Joden die werden opgepakt in de stad verzameld en opgesloten, terwijl ze wachtten op de volgende trein naar een concentratiekamp.

Er gaan verhalen dat er tijdens deze periode ook kinderen in het huis verbleven, die soms speelden op de begraafplaats achter het gebouw. Helaas slaagden de Nazi’s in hun missie en op 19 mei 1943 werd Berlijn ‘Jodenvrij’ verklaard.

 

Dwangarbeidsters in de kelder

De Joden waren verdwenen uit Berlijn, of in ieder geval niet meer zichtbaar aanwezig. Er waren nog wel wat ondergedoken Joden aanwezig in de stad, maar die zaten verborgen en hadden niets te zeggen. Er was niemand meer om het gebouw op te eisen, zodat het in 1944 door de Nazi’s werd onteigend.

Omdat de meeste Duitse mannen naar het front waren om te vechten, was er een groot gebrek aan personeel in Duitsland en dus ook in Berlijn. Overal werden dwangarbeiders ingezet, die uit de bezette gebieden werden gehaald.

Er waren gradaties in hoe men dwangarbeiders behandelde. West-Europese dwangarbeiders (Nederlanders, Belgen, Fransen) hadden het relatief goed en stonden bijna gelijk aan Duitsers. Poolse dwangarbeiders werden slecht behandeld en hoe verder naar het oosten, hoe minder je waard was als dwangarbeider en hoe beroerder je werd behandeld. Mensen uit het oosten (de Sovjetunie, Ukraine etc) werden behandeld als slaven zonder rechten en kregen het woord 'Ost' op hun kleding (net zoals de Joden een Jodenster moesten dragen), zodat ze goed herkenbaar waren op straat.

In Berlijn werd in deze tijd op bijna elke hoek van de straat wel een werkplek of slaapplek voor dwangarbeiders gecreëerd. Het huis kwam hiervoor goed van pas. In de kelders van dit voormalige ouderenhuis werden Ukrainse dwangarbeidsters ondergebracht. Ze moesten werken in de gewelven van een nabijgelegen brouwerij.

 

DDR-politiebureau

Na de oorlog werd het gebouw in gebruik genomen door de Oost-Duitse Volkspolizei. In de kelder werden cellen gemaakt. Omdat men in deze tijd erg bang was voor een atoomoorlog, werd er ook een atoombunker onder het gebouw aangelegd, waar de politiemensen zouden kunnen schuilen bij een aanslag met een atoombom. Later ontdekte men ook meerdere vluchttunnels onder het gebouw. Waarschijnlijk zijn deze tunnels in de DDR tijd aangelegd, zodat de politieagenten in geval van nood konden vluchten, of zodat er juist hulptroepen via de tunnels naar binnen zouden kunnen komen.

 

Martelplek van demonstranten

In oktober 1989, enkele weken voor de val van de muur, waren er in de buurt veel protesten tegen het DDR-regime. In en rondom de Gethsemanekirche (een kilometer verderop) werden vreedzame protesten gehouden. De 'revolutie van kaarsen'. Dagelijks kwamen er duizenden mensen naar de kerk, waar informatie werd gegeven wat er allemaal gebeurde in de DDR en in het westen. Er werden protestmarsen opgezet. Tijdens deze vreedzame protesten, werden honderden mensen ruw opgepakt door de politie. Minstens 25 van deze opgepakte demonstranten werden in een paar cellen van de kelder onder het politiebureau opgesloten, mishandeld en gekleineerd.

 

De politie bleef nog tot 2001 in dit gebouw zitten. Na een lange rechtsstrijd werd het gebouw teruggegeven aan de Joodse gemeenschap. Zij verkochten het pand, waarna er luxe appartementen in zijn gemaakt.

 

Om over na te denken:

Het boeiende en tegelijkertijd zeer frustrerende van Berlijn is, dat er zoveel ellendige geschiedenis is. Over veel plekken in deze stad zijn wel minstens drie heftige verhalen te vertellen. Waargebeurde verhalen van de afgelopen 100 jaar. Zo ook over dit ouderenhuis.


Dit huis heeft zoveel meegemaakt. Na een mooi en goed begin, stapelde de ellende zich op.


Dit kan soms ook gebeuren in onze omgeving, in onze familie of in ons persoonlijke leven. Hoeveel liefde, tijd en aandacht we ook ergens in hebben gestopt, het gaat vreselijk mis. Net als bij de Joodse bewoners van dit ouderenhuis.


De ene zorg is nog niet over, terwijl het volgende probleem er alweer overheen walst. We kunnen overspoeld worden door pijn, zorgen en problemen. Financiële problemen, gezondheidszorgen, relatieproblemen, werk gerelateerde spanningen, noem maar op…. Het leven kan een grote lijdensweg zijn.
We dreigen de grip erop te verliezen en krijgen het gevoel dat het nooit meer goed komt. Vragen als: ‘Heb ik iets verkeerd gedaan?’, ‘Waarom overkomt dit mij?’ en ‘Wat heeft het leven nog voor zin?’ spoken door ons uitgeputte hoofd.


De vergelijking gaat hier wel wat scheef, maar toch zie ik een symboliek verborgen achter de geschiedenis van dit Joodse ouderenhuis. De Joden, die uitgeroeid leken te zijn, kwamen na de oorlog terug naar Berlijn. En ze eisten hun bezit weer op. Het was een lange, zware strijd, maar ze kregen het pand weer terug.

Al verkochten ze het pand en gingen ze er zelf niets meer mee doen, ze hielden er een mooi bedrag aan over om in de nieuwe Joodse gemeenschap van Berlijn te investeren. Een nieuwe start in deze zo beladen stad!


Het leven is niet altijd gemakkelijk. En soms is er echt geen reden om blij en gelukkig te zijn, al lijkt het in deze wereld alsof ‘gelukkig zijn’ het grootste doel van het leven is.
Als alles onder je voeten weggemaaid lijkt te zijn, heb je de neiging om de moed en de strijd op te geven. Maar doe dat niet! Er kan weer licht komen aan het eind van deze donkere tunnel. Soms gebeurt dat ‘vanzelf’, maar vaak is het nodig om zelf je gedachten te veranderen. Om je gedachten te richten op iets wat voor jou mooi is en je moed en kracht geeft. Bijvoorbeeld op een mooie herinnering, op een geliefde of op je geloof. In welke ingewikkelde en moeizame situatie je je ook bevindt, je kunt kiezen hoe je hiermee omgaat. 


Victor Frankl, een Joodse Oostenrijkse psychiater die meerdere concentratiekampen overleefde, zei: ‘Wanneer we niet meer in staat zijn een situatie te veranderen, worden we uitgedaagd om onszelf te veranderen.’ ….…‘ Alles kan van een mens worden afgenomen behalve één ding: de laatste van de menselijke vrijheden – om je houding te kiezen tegenover alle mogelijke omstandigheden, om je eigen weg te kiezen.’

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.